Kinderen kunnen, meestal in hun eigen onzekerheid, snoeihard zijn naar de ander. Dat is van alle tijden. Maar bij jeugdcentrum Don Bosco, dat al 72 jaar een thuis biedt voor Rijswijkse jeugd en jongeren, valt de medewerkers en vrijwilligers wel iets op: kinderen kwetsen elkaar op steeds jongere leeftijd.
De minst weerbaren worden altijd het hardst geraakt. Daar steekt Don Bosco een stokje voor met het project Samen Sterk.
Een jongen van twaalf jaar zit in de kring. Hij komt vaker, dus is een bekende in de groep. Door een spraakbeperking praat hij lastig, hij heeft veel moeite met bepaalde klanken en letters. Twee leeftijdsgenoten zitten een stukje verderop met elkaar te fluisteren en te wijzen. Als de jongen praat, dan lachen de twee zachtjes.
Marlies Cuppen, leidinggevende van Don Bosco, zag het een tijdje geleden gebeuren op één van de vaste activiteitenmiddagen van het Rijswijkse jeugdcentrum. “Natuurlijk neem ik die twee jongens dan apart en zeg ik er iets van. Maar eigenlijk is dat niet genoeg. Ik heb niet de illusie dat we bij Don Bosco pestgedrag de wereld uit kunnen helpen. Maar de keuze om het te laten bij een terechtwijzing of een opgeheven vinger – onder het mom: zo zijn kinderen nu eenmaal –, die wil ik niet maken. We doen graag meer.”
Samen Sterk op vrijdagmiddag
Dat doet Don Bosco met het nieuwe programma Samen Sterk. Marlies: “In al onze activiteiten, van onze overblijf tot huiswerkbegeleiding en van de kookclub tot vakantieactiviteiten, zijn we ons sterk bewust van de omgang tussen de kinderen en de stimulerende rol die wij hierin kunnen spelen. Maar op de vrijdagmiddag, na schooltijd, staat alles in het teken van dit thema.”
Met het programma Samen Sterk wil Don Bosco de kinderen letterlijk sterk maken. “We bedoelen dan mentaal sterk”, vertelt Marlies. “Hoe reageer je op de ander, wat voel je daarbij, welke reactie heeft het beste effect? Maar ook op een kleiner niveau: hoe leg je contact met een ander kind, hoe maak je een vriendje en hoe gedraag je je in een groep?”
“Het belangrijkste doel is kinderen bewust maken van pestgedrag”, vervolgt Marlies, “zodat ze weten hoe ze hiermee om kunnen gaan, hoe ze het kunnen voorkomen en hoe ze anderen kunnen helpen. Scholen doen aan pestprotocollen en anti-pestprojecten, maar de leerkrachten missen in onze ogen vaak de tijd om daadwerkelijk met een groep in gesprek te gaan. Het is als jeugdcentrum onze verantwoordelijkheid om een omgeving te creëren waarin elk kind zich veilig en gerespecteerd voelt. Dit lukt alleen wanneer kinderen grenzen leren kennen en zich bewust worden van hun acties.”
Phineas en Ferb
Dat bewust maken gaat spelenderwijs. Terwijl Marlies wil uitleggen hoe dan precies, zien we het in de praktijk gebeuren. Daar komt de vrijdagmiddaggroep buiten aangerend. Bijna veertig kinderen worden begeleid door vier vrolijk verklede vrijwilligers en stagiairs die de kinderen hebben opgehaald bij de basisscholen in de buurt, waaronder de Mariaschool.
Marlies: “De vrijwilligers en stagiairs zijn al gekleed in het thema van vanmiddag”. Martijn Cuppen, projectleider en de broer van Marlies, komt met de kinderen binnen. Hij heeft een dikke map met ‘Samen Sterk’ onder zijn arm. “We spelen straks een theatervoorstelling van de Disney-serie Phineas en Ferb”, vertelt hij. “Daarna gaat het verhaal met de kinderen verder. Zij moeten goed samenwerken om het op te lossen.” Marlies vult hem aan: “Hiervoor maken we vaak drietallen van kinderen die niet vanzelf met elkaar spelen.”
“Waarom ben jij anders?”
Het laatste plukje kinderen komt aanlopen. Marlies wijst naar een jongetje met een Chinese achtergrond. “Hij had laatst in de klas aan zijn leerkracht gevraagd: ‘Waarom doen mensen zo lelijk over Chinezen?’ Dat is toch hartverscheurend? Het valt ons op dat kinderen op steeds jongere leeftijd discrimineren. ‘Waarom ben jij anders? Waarom zie jij er zo uit? Waarom ziet jouw moeder er zo uit?’ Ze zeggen kwetsende dingen tegen elkaar, maar ook tegen volwassenen. Eén van onze vrijwilligers is transgender. Daar kunnen sommige kinderen ook meedogenloos hard tegen zijn.”
Het programma op vrijdagmiddag is bewust bedoeld voor alle kinderen die ook aan de reguliere activiteiten deelnemen. Er doen dus ook veel kinderen mee die zelf niet bewust pesten of gepest worden. Marlies: “Dat maakt het programma volgens ons alleen maar effectiever. Er zijn ook verdedigers, meelopers, versterkers en buitenstaanders. Uiteindelijk heeft elk kind een rol bij het pesten, al dan niet passief, en creëert het project bewustzijn bij elk van deze rollen.”
Naast de speelse vrijdagmiddagen ontwikkelen Marlies, Martijn en hun team ook een serie cursussen voor de jonge Don Bosco-bezoekers die serieus te maken hebben met buitensluiten. Marlies: “Hierin kunnen we dieper ingaan op het ontstaan en de gevolgen van pesten. We maken gebruik van de beproefde lesmethode Rots & Water. Kinderen die meedoen ontvangen na afloop een certificaat.”
Warm thuisgevoel
Marlies en Martijn zijn ervan overtuigd dat ze de kinderen door dit programma nog meer dat warme thuisgevoel kunnen bieden waar Don Bosco al 72 jaar om bekend staat. Als er mensen zijn die weten wat dit gevoel betekent, dan zijn het wel de zus en broer zelf. Zij kwamen hier al als kind, vervolgens als vrijwilligers en nu zijn zij leidinggevende en projectleider. “En wij zijn niet de enigen”, vertelt Marlies trots. “Van onze groep van 60 tot 70 vrijwilligers kwamen 25 hier ook als kind. Hoe leuk zou het zijn als we de kinderen van nu later ook weer terug gaan zien als vrijwilligers?”