Dick Jense, fractiemedewerker en voormalig fractievoorzitter van Onafhankelijk Rijswijk heeft in een brief aan de gemeenteraadsleden zijn verbazing/afschuw uitgesproken over de negatieve berichtgeving die het Biomedical Primate Research Centre aan de Lange Kleiweg in Rijswijk ten deel valt. Hieronder in het geheel de brief waarin hij ook raadsleden oproept om niet meer te reppen over ‘Apenhel’. Volgens Jense zou Rijswijk juist trots moeten zijn op een dergelijk onderzoeksinstituut.
“Het verbaast mij in hoge mate dat, daar waar raadsleden toch ook een voorbeeldfunctie hebben, er enkelen zijn die hardnekkig de term “Apenhel” gebruiken als aanduiding voor het Biomedical Primate Research Centre, kortweg aangeduid met BPRC. Mijns inziens een volkomen onterechte benaming van een gerenommeerde instelling die in Rijswijk is gevestigd. Een onderzoeksinstituut waar wij trots op behoren te zijn. Dit instituut heeft wereldwijde faam door hun baanbrekend onderzoek naar de bestrijding van bekende invaliderende en veelal dodelijk verlopende ziekten.”
“Het is een ieders goed recht om tegen dierproeven te zijn. Zoals anderen menen dat het doen van dierproeven - vooralsnog - noodzakelijk is. In elk geval zullen dierproeven door wetenschappers(!) nooit plaatsvinden als er goede alternatieven voorhanden zijn. Dat mag in ons land ook wettelijk niet.”
“Het getuigt van een ongelooflijke hardnekkigheid wanneer, tegen beter weten in, er vanuit onze raad wordt getracht het BPRC neer te zetten als “een onethische instelling waar onnodig dierenleed wordt veroorzaakt omwille van het hobbyisme van wetenschappers omdat er toch voldoende alternatieven voorhanden zouden zijn”.
“Nu weer wordt er getwijfeld over de inhoud van het door het college gegeven antwoord op schriftelijke vragen over deze instelling.”
“Het heeft er alle schijn van dat deze werkwijze “vragen om het vragen of vragen naar de bekende weg”, louter gericht is op het blijven genereren van aandacht voor eigen gewin, althans meer dan het willen behartigen van de belangen van de inwoners van onze mooie gemeente Rijswijk.”
"Simpel even de site van de Tweede Kamer geraadpleegd waar alle informatie is te vinden waar m.b.t. BPRC naar gevraagd wordt. Zoals u daar kunt lezen is er geen sprake van misstanden zoals door de tegenstanders van dit soort onderzoek maar al te graag wordt beweerd.”
Als bijlage werden er ook antwoorden van minister Ingrid van Engelshoven op vragen van de Partij voor de Dieren bijgevoegd (zie hieronder)
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over undercoverbeelden over apenexperimenten in het BPRC (ingezonden 7 september 2018)
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over undercoverbeelden over apenexperimenten in het BPRC. De vragen werden mij toegezonden bij uw brief met kenmerk 2018Z15535 Met vriendelijke groet, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Ingrid van Engelshoven
1 Heeft u kennisgenomen van de undercoverbeelden van experimenten met apen in het Nederlandse apenproefdiercentrum Biomedical Primate Research Centre (BPRC)? 1) Ja.
2 Wat vindt u ervan dat de apen (ondanks verdoving) nog steeds bij bewustzijn zijn en reageren op de pijnlijke handelingen die op hen worden uitgevoerd, zoals injecties in het hoofd en het tatoeëren van de borst? 2) Naar aanleiding van de undercoverbeelden heeft de NVWA op 10 september jl. een extra inspectie bij het BPRC uitgevoerd. Het BPRC heeft hierbij aangegeven dat de meeste beelden zijn opgenomen tijdens de jaarlijkse gezondheidscontrole. Alle dieren uit de kolonie moeten hiervoor een keer per jaar worden gevangen en onderzocht. Dat kan nogal onrust en stress veroorzaken. De dieren worden daarom geïnjecteerd met een sedatiemiddel. De NVWA concludeert dat het gebruikte middel veilig is voor het gebruik bij apen en voldoende pijnstilling en bewustzijnsvermindering geeft voor de handelingen tijdens de gezondheidscontrole. De Wet op de dierproeven schrijft voor dat alle niet-humane primaten van een permanent individueel merkteken moeten worden voorzien. Indien de dieren hiervoor getatoeëerd worden, wordt vooraf een extra pijnstiller toegediend. De tatoeage is nodig om de dieren op afstand te kunnen observeren en hun gedrag en welzijn te beoordelen.
3 Wat vindt u ervan dat de apen die bijkomen uit hun verdoving en gedesoriënteerd zijn, onbeheerd worden achterlaten en daardoor zichzelf verwonden? 3) Geconstateerd is dat de apen na de sedatie bijkomen in een gedeelte van hun eigen dierverblijf. De dieren worden daarbij geobserveerd, maar om stress bij de dieren te voorkomen is de dierverzorger bewust niet in het dierverblijf aanwezig. Er is al meer dan 10 jaar ervaring met deze manier van bijkomen van de dieren en er zijn nooit ernstige verwondingen opgelopen.
4 Hoe oordeelt u over de beelden waarin grappenmakende verzorgers te zien zijn naast ernstig lijdende apen? 4) Ik ben van mening dat de apen met respect behandeld moeten worden. De undercoverbeelden zijn opgenomen tijdens de jaarlijkse routine- gezondheidscontrole. De NVWA concludeert dat zoveel als mogelijk ongerief bij de dieren wordt vermeden door het toedienen van adequate sedatie en eventueel pijnstilling.
5 Hoe vallen deze beelden te rijmen met de uitspraak van het BPRC dat het apenonderzoekscentrum “veel waarde hecht aan dierenwelzijn en welzijnsverbetering”? 5) Het BPRC voldoet als een van de weinige apencentra in Europa aan de internationale kwaliteitseisen voor dierenwelzijn. Daarnaast voert de NVWA frequent onaangekondigde en aangekondigde inspecties uit bij het BPRC. Daarbij zijn geen overtredingen geconstateerd.
6 Deelt u, na het zien van deze beelden, de mening dat subsidie aan het BPRC moet stoppen en het BPRC zo snel mogelijk moet sluiten? Zo nee, waarom niet? 6)In de verkenning “Van aap naar beter” benadrukt het Rathenau Instituut dat proefdiervrije wetenschap vraagt om een paradigma-verandering. Daar ben ik het mee eens. Namens het kabinet wil ik deze paradigma-verandering stimuleren door het maken van de (politieke) keuze om zo snel als redelijkerwijs mogelijk is te stoppen met het gebruik van apen voor wetenschappelijk onderzoek. Daarom heb ik het BPRC opdracht gegeven om een plan van aanpak te ontwikkelen om het aantal proeven met apen zo snel als redelijkerwijs mogelijk is te verminderen met veertig procent. Het BPRC is op dit moment bezig om een plan van aanpak op te stellen. Zoals in het AO van 7 juni jl. is toegezegd ontvang ik dit plan van aanpak uiterlijk 1 januari 2019 en zal ik de Kamer in het eerste kwartaal van 2019 hierover informeren met mijn reactie.
Ingrid van Engelshoven
Dick Jense (OR) verbaast zich over negatieve berichtgeving over BPRC
18 December 2018, 13:33 uur
Algemeen