Het is vandaag Internationale Dag tegen Homofobie in het voetbal. René Marquard ging in gesprek met Karin Blankenstein, de zus van John Blankenstein. De professioneel voetbalscheidsrechter die openlijk uitkwam voor zijn geaardheid. Karin is momenteel de dragende kracht achter de John Blankenstein Foundation.
Hoe belangrijk is het dat wij hieraan aandacht blijven besteden
Karin Blankenstein: “Heel belangrijk. De acceptatie homoseksualiteit binnen de voetballerij is een lastig en gevoelig onderwerp. Het feit dat er nog steeds voetballers pas na hun carrière hierover durven te praten/uit de kast komen geeft al aan dat het nog steeds aandacht nodig heeft. En niet alleen in ons land maar wereldwijd is deze aandacht nodig. Je ziet dat in Engeland deze maand geheel in het teken staat van homofobie in het voetbal en heel veel grote clubs hieraan meedoen. Dat is mooi om te zien. Het is nog steeds wereldnieuws is als een topsporter uit de kast komt!”
Homo zijn in de voetbalsport is toch nog altijd een taboe? Macho, conservatief, onwetendheid, onzekerheid, hoe zou jij het willen noemen?
“Met name in de top van het voetbal is het zeker nog een taboe. Het heeft zeker met bovenstaande factoren te maken. Voetbal heeft de naam van een macho sport en homosexuelen hebben het beeld vrouwelijk te zijn. Die twee gaan niet samen. Dit is natuurlijk een geheel verkeerde beeldvorming maar zorgt er wel voor dat de gedachte overheerst dat ‘ze’ er niet zijn omdat ‘ze’ niet gaan voetballen. Dus zou ik het zeker onwetendheid noemen.”
Zie onlangs de opmerking van vrouweninternational Miedema: Topvoetballers moeten uit de kast komen. Zie jij dat gebeuren?
“Ja ik zie dat in de toekomst zeker gebeuren. Wij verzorgen al langere tijd workshops voor oa jeugdteams bij betaald voetbal organisaties. Tijdens deze workshops praten we met de teams over het belang van jezelf kunnen zijn in de sport en wat dat met je doet. Dat het je als sporter sterker/beter maakt en je als team elkaar moet kunnen vertrouwen en op elkaar moet kunnen bouwen. De reacties zijn over het algemeen heel positief want het teambelang is bij deze jongens heel hoog. Wij hopen dat dit er voor gaat zorgen dat een speler al op jongere leeftijd uit de kast komt en dit dus geen issue meer is als hij de top bereikt.”
Zijn de Rijswijkse voetbalbestuurders bezig om hier voorlichting aan te geven, en wat adviseer jij ze in ieder geval?
“Heel eerlijk….. wij hebben nog nooit met Rijswijkse voetbalbestuurders hierover gesproken. Het gebeurt zelden dat bestuurders uit zichzelf dit onderwerp aansnijden. Dit is zeker geen onwil maar wat wij vaak horen is dat ‘ze’ er niet zijn op de club dus waarom zou je hier iets mee doen. Wij geven dan aan dat er wellicht wel leden zijn die tot de LHBTI groep behoren maar dit niet vertellen omdat de sfeer, voor hun gevoel, niet veilig genoeg is. Uiteraard is ons advies om in ieder geval is met ons in gesprek te gaan zodat wij gezamenlijk kunnen kijken wat wij voor de vereniging kunnen doen, waar de behoefte ligt. Onze workshops bijvoorbeeld kunnen wij op maat maken, dus niet alleen maar hierover maar over diversiteit in het algemeen.”
Er zijn vaker in de voetbalstadions spreekkoren die homo-onvriendelijk zijn.
“Het probleem is dat bij alle homofobe spreekkoren de reactie is ‘ze moeten wel tegen een geintje kunnen’ en ‘we mogen ook niks meer zingen’. Men ziet het dus niet als kwetsend en dit in tegenstelling tot bijv. racistische spreekkoren. Dan zie je heel duidelijk wat het doet met een speler op het veld. Terecht dat daar nu goed actie op wordt ondernomen. De homosexuele speler op het veld kan echter deze emotie niet tonen omdat hij in de kast zit dus is de gedachte er dat het niemand kwetst. Moeten we dus eerst wachten totdat er een speler boos wordt en het veld afloopt voordat we gaan inzien dat deze spreekkoren ook echt niet meer kunnen? Het zal ook niet heel lang meer duren dat er een speler op het veld staat die twee vaders of moeders heeft….”
Maar...er zijn ook heel veel voetbalverenigingen, scholen enz die goed bezig zijn, laten we dat vooral ook benoemen. Jij weet wel wat voorbeelden op te noemen.
“Gelukkig zijn die er zeker. Als we ook hierin even kijken naar het betaalde voetbal, dan hebben wij bijna bij alle Eredivisie clubs workshops gegeven aan trainers/leiders. Maar inmiddels ook bij bijv. ADO, Feyenoord, Excelsior, FC Groningen workshops aan de jeugdteams. Maar gelukkig ook in de amateursport bij zowel voetbal, hockey en nog andere sporten. Wij krijgen sinds het afgelopen jaar ook veel meer aanvragen vanuit sportopleidingen om workshops te geven voor studenten. Dat laatste is ook een hele mooie ontwikkeling omdat zij de toekomst zijn.”
Je broer is weliswaar niet meer onder ons, maar volgens mij gaat er geen dag voorbij of je moet wel even aan hem denken. Als hij nu nog geleefd zou hebben, wat zou dan zijn mening zijn over de situatie zoals die nu is.
“Dat klopt inderdaad. Omdat ik dagelijks bezig ben voor de Foundation komt zijn naam en gedachtegoed altijd weer voorbij. Ik denk wel dat hij gematigd positief zou zijn. Je moet je voorstellen dat hij hier, toen hij leefde, al mee bezig was. Inmiddels is hij alweer 13 jaar geleden overleden en in die tijd zijn er natuurlijk wel stappen gezet maar we zijn er nog lang niet. Hij zou zeker tevreden zijn over de aandacht die het nu oa in de media krijgt maar hem kennende zou het allemaal wel wat sneller mogen!”