De Rijswijkse jaren van Aad de Mos

18 February 2020, 17:48 uur
Algemeen
mainImage

Bij binnenkomst in De Halve Maan heeft ,,voetbaldier” en oud-Rijswijker Aad de Mos (1947) een mapje in zijn hand met foto’s, krantenartikelen en correspondentie over zijn rijke voetbalverleden, verzameld door zijn moeder. De Mos heeft echt goud in zijn handen, verliest de map dan ook geen seconde uit het oog en deze ware voetbalschat zal de leidraad vormen van een uiterst aangename middag Haagse (ADO) voetbalhistorie uit de mond van deze ,,echte voetbaljongen”(citaat Johan Derksen).

Na een stevige omhelzing met eigenaar Harry Ballemaker (1945) van het bij voetballers nog steeds populaire etablissement bestelt De Mos ,,een bakkie”. De boezemvrienden kennen elkaar al jaren dankzij het café voetbaltoernooi dat Ballemaker in de zomers van de zestiger jaren organiseerde en waarin De Mos de kleuren van het bowlingteam Scheveningen verdedigde. Bovendien staat De Halve Maan op heilige grond voor De Mos. ,,Toen ik trainer was bij de amateurs van De Valkeniers, gingen wij hier ter voorbereiding altijd een hapje eten. De Valkeniers speelde als het ware naast De Halve Maan, waar nu die flats staan”.

‘Profclub’ RVC
Omdat een basisplaats bij ADO, waar hij ooit nog aanvoerder was van het jeugdteam met spelers als Dick Advocaat en Harry Vos, er voor De Mos niet in zat, kwam hij in 1965 in Rijswijk bij de toenmalige amateur topclub RVC terecht. Hij verloor de concurrentie bij het eerste van ADO met de grote Aad Mansveld en Cees Weimar, bovendien botste hij met toenmalige trainer Ernst Happel. Bekend is de uitspraak van Happel dat, toen De Mos hem aangaf dat hij ‘hoger wilde spelen’, hij dan maar een plekje hoog op de tribune moest zoeken.

Meneer
Succestrainer Karel Jansen haalde De Mos over naar Rijswijk, naar ,,profclub” RVC, destijds de beste amateurclub uit de regio, te komen. En ,,profclub”, ja, want er werd al betaald, onder de tafel, maar dat mocht absoluut niet in de krant. Wie dat wel deed, of alleen maar suggereerde, kon rekenen op een felle telefonische tirade van secretaris Wim Hartnack. In Rijswijk werd de kiem gelegd voor de latere, zo succesvolle, trainerscarrière van De Mos. Jansen bood hem de gelegenheid jeugdteams van RVC te trainen en de cursus trainer betaald voetbal te volgen. Bij RVC kwam De Mos nog wat oud-ADO spelers tegen,  zoals Cock Clavan en zijn idool, Carol Schuurman. Deze laatste sprak hij aan met ,meneer’  Schuurman, maar de oud-international was daar niet van gediend en liet De Mos al gauw weten dat het gewoon Carol was en dat hij het , meneer’ maar achterwege moest laten.

Bestuur
Jaren later roemt De Mos nog steeds het geweldige bestuur van RVC uit die tijd, ‘visionair’ Strik (voorzitter), Mangelmans (secretaris) en Hartnack (penningmeester). Na twee succesvolle jaren verruilde de verdediger RVC in voor het Voorburgse Wilhelmus om vervolgens nog één keer bij de echte profs, bij die van Excelsior, aan de slag te gaan. Vanwege een ernstige liesblessure kwam er noodgedwongen aan einde aan zijn actieve voetballoopbaan.

Trainer
Na een succesvolle tijd als trainer bij Wilhelmus, waar hij de jongste trainer in het amateurvoetbal was, haalde de ambitieuze voorzitter Peter Zoet van het bescheiden De Valkeniers hem over naar Rijswijk te komen. Zoet had een voorspellende gave want hij zag toen al in De Mos een goede trainer, zowel voor het eerste als voor de jeugd. De Mos was verbaasd over de interesse van het nietige De Valkeniers, dat vijf klassen lager speelde dan hij gewend was bij Wilhelmus. In Voorburg trainde De Mos met Wilhelmus een eersteklasser van de KNVB, met De Valkeniers ging hij terug naar de eerste klasse van de Haagsche Voetbal Bond (HVB). En wat moet De Mos dan wel niet kosten, hoe kan zo’n kleine vereniging deze top trainer in de dop betalen?

Paleisrevolutie
De Mos trok zich niets van de commotie aan en zo kon het gebeuren dat dankzij hem een waren paleisrevolutie in het Haagse amateurvoetbal plaatsvond. Met De Mos vonden namelijk ook gerenommeerde amateurspelers als Jan Linkerhof, Daan Regeer en doelman Peter Meefout, de weg naar de “hemel”, zoals de accommodatie van De Valkeniers destijds werd genoemd. Het verschil met de oude accommodatie aan de Rotterdamseweg, ook wel “de hel” genoemd, was groot. De van oorsprong katholieke vereniging kreeg in het jaar dat De Mos als trainer werd aangesteld een nieuwe aggregaat waardoor het de beschikking kreeg over een lichtinstallatie. Dankzij deze lichtinstallatie was de gedreven De Mos tot in de kleine uurtjes op het veld te vinden.

Anekdote
Bekende anekdote uit die tijd is dat de tegenstanders van De Valkeniers naar de accommodatie aan de Lange Kleiweg kwamen om De Mos ,,uit zijn bontjas te spelen”. Als een soort van bijgeloof droeg trainer De Mos, weer of geen weer, tijdens de wedstrijden een bontjas. En dat ,,uit zijn bontjas spelen” was maar weinig tegenstanders gegeven. Stonden De Valkeniers ver in de tweede helft nog met 0-2 achter, trokken ze in de laatste minuten toch nog met 3-2 aan het langste eind. De Mos werd met De Valkeniers twee keer kampioen en liet bij zijn vertrek, weer naar RVC maar nu als trainer,  De Valkeniers achter als vierde klasser KNVB. Terugkijkend op zijn tijd op de velden van De Lange Kleiweg spreekt De Mos van ,,een beleving die nooit meer terug komt, op een heilige grond”.

Ajax
Bij RVC zorgde De Mos bij zijn komst als trainer voor een grote schoonmaak. Bijna alle Rotterdamse spelers uit de hoofdmacht moesten plaats maken voor spelers uit de Haagse regio. Met RVC behaalde De Mos in de Hoofdklasse A de ene overwinning na de andere,  maar slaagde hij er niet in kampioen te worden. Twee seizoenen bleef hij op het Prinses Irene Sportpark, waar hij uiteindelijk als toeschouwer op de staantribune bij het befaamde jeugdtoernooi van RVC door zijn vader werd gevraagd of hij, liefst dringend, contact op zou willen nemen met Ajax. Vader Henk de Mos had eerder die avond een telefoontje van Ajax gekregen en was daarna met spoed naar Rijswijk gereden.


                                                                                Aad de Mos kijkt op de achtergrond mee met de gebeurtenissen bij RVC Celeritas

Beenhakker
De Mos junior liet het jeugdtoernooi voor wat het was, verliet spoorslags het sportpark en belde thuis, aan de John F. Kennedylaan 13, onmiddellijk naar de beleidsbepalers in Amsterdam die in hem de ideale opvolger als hoofd jeugdopleiding van Leo Beenhakker bij Ajax zagen. Beenhakker zelf promoveerde naar de hoofdmacht als opvolger van de ontslagen Cor Brom. Die kans liet de ambitieuze De Mos die slechts één doel voor ogen had, namelijk toptrainer worden, uiteraard niet aan zich voorbij gaan.

Stress
De trainersloopbaan van De Mos kent naast dieptepunten ook vele hoogtepunten; twee keer landskampioen met Ajax,  winnaar Europa Cup II en UEFA Super Cup met KV Mechelen, 1x landstitel Anderlecht. In Nederland was De Mos werkzaam bij PSV, Vitesse en Sparta, daarnaast was hij in het buitenland werkzaam als bondscoach (Verenigde Arabische Emiraten) en grote clubs als Standard Luik en Werder Bremen. Hij is, evenals die andere oer-Hagenees en boezemvriend Dick Advocaat, nooit trainer van ADO geweest. Onlangs nog werd hij door toen toenmalige adviseur Kees Jansma gevraagd de vertrokken trainer Alphons Groenendijk op te volgen. De Mos ging niet in op het aanbod. ,,Te veel stress” zegt hij nu, bladerend door zijn archief.

Eindhoven
Hij geniet hij van zijn vrije tijd in Eindhoven waar hij sinds zijn periode bij PSV is blijven hangen. Hij bezoekt dagelijks de sportschool en toont zich al jaren op social media met fijne updates over zijn leven en ongezouten meningen. Zijn kleinkinderen zijn hem alles en het voetbal volgt hij nog op voet, hij weet alles, hij ziet alles. Ziggo Sport maakt maar wat graag gebruik van zijn expertise als analist en De Mos op zijn beurt is blij met dit baantje zonder aanhoudende geestelijke druk.

Reünie
Komende zaterdag, 22 februari, is de virtueel eerste lustrum feestdag van RVC. Voor deze gelegenheid is gekozen voor een samenzijn op de historische grond van het Prinses Irene Sportpark, inmiddels het domein van RVC Celeritas. Om 19.10 uur zal de avond door de jubileumcommissie worden geopend, gevolgd door een toast om 19.15 op 105 jaar RVC. Aad de Mos, ambassadeur van het Sportpark Prinses Irene, behoort deze avond tot één van de prominente gasten.

Tekst: Peter Petit
Foto: Wim Mecksenaar