Rijswijkse Canon (2): Ridders en kastelen

20 March 2019, 12:01 uur
Vroeger
mainImage

Tegen het einde van de elfde eeuw dook de naam Rijswijk voor het eerst op. In een oorkonde uit 1083 stond de naam Deddo van Rijswijk vermeld, mogelijk één van de eerste ambachtsheren, die het gebied namens de Graaf van Holland bestuurde.

Tussen 1150 en 1200 werd begonnen met de bouw van een kerkje, waarna er waarschijnlijk een echt dorpje ontstond. Steeds meer mensen kwamen rond de kerk wonen, in houten huizen op de plek van de huidige Herenstraat, het Ruysdaelplein en de Kerklaan.

In diezelfde tijd verschenen ook de eerste kastelen in het dorp Rijswijk, waar belangrijke ridders hun intrek namen. Zij kregen deze woonruimte aangeboden door de Graaf van Holland, in ruil voor hun trouw.

Aanvankelijk bestonden de kastelen alleen uit een donjon, een vierkante stenen toren van een paar verdiepingen, met muren van 1,5 tot 2 meter dikte. Later werden de donjons uitgebreid met een woongedeelte, slotgracht en een ophaalbrug.

Lang de Van Vredenburchweg verrezen in de Middeleeuwen maar liefst vier kastelen: Hodenpijl (of Te Blotinghe), Den Burch, Te Werve en Steenvoorde. Voor de bouw werden onder andere stenen uit het verlaten Romeinse Forum Hadriani gebruikt.

Lizette de Koning

Bron: Verhalen van Rijswijk, De canon door Lizette de Koning, uitgegeven door de Stichting Rijswijkse Historische projecten. Verkrijgbaar bij Gemeente Rijswijk en Museum Rijswijk.

Illustratie: Den Burch als donjon: een vierkant stenen torentje op een eilandje