Zijn de 66 aanrijdingen in de stad in 2019 met een van de 79 aanwezige pollers nu veel of valt dat gezien de grote, toenemende drukte in de stad eigenlijk wel mee? Voor de fracties van CDA, Islam Democraten en Hart voor Den Haag/Groep de Mos zijn het er teveel, CDA-fractievertegenwoorder Daniël de Groot liet deze week weten het aantal van 66 wel erg hoog te vinden. 

Hij wil dan ook wel eens weten van het college of kosten van de inzinkbare palen, gebruikt om wegen af te sluiten voor doorgaand verkeer waarbij alleen automobilisten met een vergunning verder kunnen, nog wel in overeenstemming zijn met de maatschappelijke baten. Zijn er misschien alternatieven voor de pollers, die alleen al in 2019 de gemeente 165.000 euro zouden hebben gekost. 

Maar, hoe ga je dat meten? Hoe weeg je de rust in straten, het minder drukke verkeer en daardoor een grotere veiligheid voor fietsers en voetgangers, de mindere luchtvervuiling af tegen de kosten? Zeker nu het college er naar streeft het fietsgebruik in de stad verder te vergroten. Liggen de ongelukken daarnaast aan de pollers, of letten automobilisten door wat voor omstandigheden dan ook soms gewoon niet op? Of negeren ze de rode lichten bij een poller? 

Navraag bij de gemeente leert dat 'onze' storingsaannemer in 2019 582 keer in actie is gekomen om storingen ter plekke te verhelpen. Daarnaast waren er in het gemeentelijke systeem 2692 andere meldingen waarbij de storingsaannemer niet in actie hoefde te komen. Daarbij ging het om storingen die verholpen konden worden door een reset op afstand, door een dipje in het internet waarbij de poller gewoon in bedrijf bleef en om een melding bij onderhoud, reparatie of nieuwbouw. 

De storingsmeldingen worden volgens de gemeente soms veroorzaakt door verkeerd gebruik van de installaties, bijvoorbeeld door te parkeren op detectielussen of door rood licht te negeren. Ook zijn er technische mankementen zoals defecte pompen en verlichting.