Niet voor de eerste keer willen Haagse partijen dat het college in actie komt voor de huismus. Want terwijl veel mensen misschien denken dat er nog steeds veel van deze vogeltjes in Den Haag rondvliegen, weten de fracties van de PvdA en de HSP wel beter. Het gaat namelijk helemaal niet goed met de huismus in de Hofstad, bij de jaarlijkse vogeltelling dit jaar kwam de huismus in Den Haag pas op de 10e plek, nog onder een exoot als de groene halsbandparkiet.

Den Haag sprong er daarmee negatief uit, want de mus voerde landelijk gezien de lijst aan. De afname, al eerder geconstateerd in 2008 en 2015, baart PvdA-raadslid Janneke Holman zorgen. “De huismus is eigenlijk een van de meest aansprekende vogelsoorten in de stad, en geeft een goed beeld van hoe het staat met onze stadsnatuur." 

Niet goed (genoeg) dus, reden waarom zij woensdag tijdens het debat over de nota Stadsnatuur een lans breekt voor de huismus, waarvan de laatste kolonies vooral te vinden zijn aan de kust. Holman wil daarom net als collega raadslid Joris Wijsmuller (HSP) dat het college zich meer inzet voor de terugkeer van de huismus in de hele stad. “Er zijn verschillende redenen dat de huismus zich niet overal in Den Haag thuis voelt, zoals een gebrek aan voedsel en plekken om een nest te bouwen. Het zou goed zijn als het stadsbestuur hier in de Nota Stadsnatuur meer aandacht aan geeft", stelt de HSP-fractievoorzitter.

Het pleidooi voor de huismus krijgt steunt van oud-PvdA raadslid Willem Minderhout die al in 2008 het plan lanceerde ‘Wie de mus niet eert, is de ooievaar niet weerd’. Ondanks kleine initiatieven en kleine succesjes, kan er volgens hem wel weer een tandje bij. “Tijd om mijn plan weer uit de la te halen. Daar staan nog genoeg ideeën in waar het stadsbestuur zo weer mee aan de slag kan om de huismussenpopulatie op te krikken.”