Door de maatschappelijke dialoog over discriminatie te stimuleren, wil het Haagse college de aanpak van discriminatie in alle geledingen van de maatschappij beter aanpakken.

In de woensdag gepresenteerde nota ‘Op weg naar een inclusieve samenleving’, maakt wethouder Bert van Alphen duidelijk dat het belangrijk is dat mensen die te maken hebben met discriminatie hun verhaal kunnen doen, dat hun pijn wordt erkend en dat die herkenning en erkenning leidt tot zichtbare en effectieve acties.

Onvoldoende erkennen mensen dat discriminatie niet alleen voorkomt in Nederland, maar ook dat het van velen het leven ingrijpend beïnvloedt. Dialoog moet daarbij helpen, want pas als mensen elkaar ontmoeten en meer leren over elkaars achtergronden ontstaat begrip en verbinding, zo stelt de nota. 

Van Alphen benadrukt daarin dat discriminatie overal plaatsvindt, dus ook op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt en in de sport. Opsporing door bijvoorbeeld mystery guests, publieksenquêtes en onderzoek blijft daarom belangrijk, net als het melden van discriminatie, een speerpunt voor de gemeente.

De wethouder wijst er op dat het registreren van meldingen en het geven van onafhankelijke bijstand de kerntaak is van de antidiscriminatievoorziening, Den Haag Meldt, die valt onder verantwoordelijkheid van de gemeentelijke ombudsman.