Hoewel demonstranten bij de abortuskliniek in Den Haag zich volgens het college ook op 7 oktober hebben gehouden aan de gemaakte afspraken over waar en hoe te protesteren, heeft burgemeester Jan van Zanen toch besloten de 'algehele situatie rond de demonstratie(locatie)' opnieuw te laten onderzoeken. Daarbij speelden de coronamaatregelen ook een rol. Dat alles resulteerde er in dat voor een demonstratie op 21 oktober is besloten dat die niet meer in de nauwe Van Beverningkstraat mocht worden gehouden, maar op de middenberm van de Willem de Zwijgerlaan. Geconstateerd is, zo meldt het college woensdag, dat de demonstranten zich aan deze beperking hebben gehouden.

Naar aanleiding van een uitspraak van de voorzieningenrechter in Noord-Holland vroegen de raadsleden Holman (PvdA), Oudshoorn-van Ginderen (VVD), Wenink (GroenLinks) en Van Doorn (D66) of dat de situatie wat betreft het demonstreren in Den Haag bij de kliniek zou veranderen. De rechter had aangegeven dat het protest voor de kliniek in Heemstede namelijk aan de overzijde van de straat moest plaatsvinden, of aan de achterzijde op een afstand van 25 meter, zoals de burgemeester had aangegeven.

Voor het Haagse college is de uitspraak een bevestiging van het huidige beleid, en is een aanpassing dus niet nodig. Wel geeft het college in zijn antwoorden nogmaals aan dat het pal staat voor het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen en het functioneren van de kliniek. Maar, zo gaat het stadsbestuur verder, tegelijkertijd geldt dat het recht op betoging een grondrecht betreft waarbij niet lichtvaardig overgegaan kan worden tot het stellen van beperkingen.