Onderwijs- wethouder Jeffrey Keus van Leidschendam- Voorburg heeft een opvallend betoog over het onderwijs.
Zo luidt zijn visie als volgt.
Ieder kind heeft recht op onderwijs. Volgens de Leerplichtwet zijn kinderen tussen de 5 en 16 jaar zelfs leerplichting. Leerplichtambtenaren zien erop toe dat deze wet ook wordt nageleefd. Maar hoe ziet dat in de praktijk eruit?

Vanochtend ben ik pad geweest met leerplichtambtenaren Alex en Germaine die mij hadden uitgenodigd om eens een ochtendje mee te lopen. Zo gaven zij onder andere aan dat er verkeerde beelden bestaan van ‘de leerplichtambtenaar’, namelijk als strenge, onbuigzame handhaver van de leerplicht, een soort strenge ‘verzuimpolitie’.
Na vanochtend, en ook na eerdere gesprekken, weet ik dat deze beelden absoluut geen recht doen aan het veelzijdige en waardevolle werk van de leerplichtambtenaar – wat vaak op de achtergrond wordt verricht en dus maar beperkt zichtbaar is.
Vooropgesteld dat handhaving tot het wettelijk takenpakket van de leerplichtambtenaar behoort, ligt het zwaartepunt van het werk veel meer bij het voorkomen van verzuim en, als er al sprake is van (ongeoorloofd) verzuim, de oorzaken van het verzuim.
Een mooi voorbeeld hoe in Leidschendam-Voorburg gewerkt wordt aan preventie is door al vroeg aandacht te hebben voor het ‘simpelweg’ op tijd komen op school. Regelmatig te laat komen kan (!) wijzen op achterliggende problemen thuis. Door ouders die te laat komen met hun kind op het schoolplein aan te spreken, ontstaat tegelijkertijd een kans om te vragen of er een hulpvraag ligt.
Belangrijk om het werk van de leerplichtambtenaar te begrijpen is dat ongeoorloofd verzuim vaak een symptoom is van een achterliggend probleem. Om de oorzaak(en) van het verzuim te achterhalen, en deze uiteindelijk proberen weg te nemen, moet de leerplichtambtenaar intensief samenwerken met de collega-jeugdconsulenten, de scholen, schoolmaatschappelijk werk (SMW), zorgprofessionals. Maar ook met de jeugdbescherming, politie en reclassering.
Op uitnodiging van Germaine sloot ik vanochtend aan bij een zogenaamd JES-overleg (Jeugdzorg en Scholen) waar een casus werd besproken van een leerling waar sprake was van problematisch schoolverzuim. Het deed mij andermaal inzien hoe ingewikkeld én belangrijk het werk is waar deze professionals elke dag hun bed voor uitkomen. Zij verdienen hiervoor respect en waardering.
Daarnaast vraagt deze tijd ook hoe we als gemeente kijken naar het verzuim. Of misschien beter gezegd: hoe we het recht op onderwijs willen vormgeven. Een visie die moet bijdragen aan kansengelijkheid zodat de jeugd – ons belangrijkste kapitaal – maximaal hun talent kan ontwikkelen.