Op 30 januari 2019 is de bestuursovereenkomst Prinses Beatrixlaan Rijswijk ondertekend waarin onder meer is vastgelegd dat de gemeente Rijswijk verantwoordelijk is voor de planuitwerking van het Bovengronds Verstedelijkingsontwerp Beatrixlaan (BVB).

Planuitwerking Prinses Beatrixlaan
In 2019 werd duidelijk dat het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) geen financiële bijdrage wilde leveren aan dit project. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft vervolgens een extra bijdrage in de vorm van een hoger subsidiebedrag vastgelegd, op voorwaarde dat het dan nog ontbrekende bedrag door de gemeente of een derde partij ingelegd zou worden. Op 2 juli 2020 is binnen het raadsbesluit Meekoppelkansen A4, het ontbrekende bedrag opgevoerd. Dit is een vrij te besteden bedrag afkomstig van het Rijk. De Rijswijkse gemeenteraad heeft het besluit genomen om deze € 2,25 miljoen ten gunste van het BVB in te zetten.

De voorbereiding voor de planuitwerkingsfase is eind vorig jaar gestart. Op dit moment wordt gewerkt aan de selectie van een ingenieursbureau dat het ontwerp en de documenten voor de aanbesteding gaat opstellen. De planuitwerking start in juni 2021 en kent een gefaseerde aanpak van schetsontwerp naar Voorlopig Ontwerp (eind 2021) naar Definitief Ontwerp (medio 2022). De uitvoeringsfase zal naar verwachting de tweede helft van 2023 starten en is afhankelijk van werkzaamheden en omleidingen in de regio.

Omgeving betrekken
In  de planuitwerking worden bewoners en gebruikers uitgenodigd om mee te denken over bijvoorbeeld groene inrichting, oversteekbaarheid en fiets- en voetgangersvoorzieningen. Er wordt binnenkort een aparte website ingericht over het project en er zal periodiek een digitale nieuwsbrief worden verstuurd.

Voorbereidingskrediet
De werkzaamheden uit de planuitwerkingsfase gaan nu van start. Daarom moet door de aanbesteding en gunning aan een ingenieursbureau een deel van het krediet voor de herinrichting in tijd naar voren gehaald worden. In het Investeringsplan staat in het jaar 2023 €11.560.000,- opgenomen, waarvan €450.000 naar jaarschijf 2021 gehaald. Het naar voren halen van dit bedrag van zorgt incidenteel voor extra rentelasten van ongeveer €4.500,- in de jaren 2022 en 2023. Een en ander wordt verwerkt in de 1e halfjaarrapportage 2021.