De coronacijfers houden Nederland nog steeds in een stevige greep, de besmettingscijfers zijn elke dag spannend, maar de Nederlandse horeca veert langzaam op. Ondernemer Patrick van Zuiden van Restaurant, Hotel & Spa Savarin in Rijswijk is blij dat hij weer gasten mag verwelkomen.

Maar het is nog niet zo dat de problemen voorbij zijn. Daar is Van Zuiden eerlijk in. Het restaurant (lid van Jeunes Restaurateurs d'Europe) weten zijn gasten wel te vinden, maar te veel hotelkamers blijven nog veelal leeg. ‘’De internationale bedrijven laten nog geen buitenlandse gasten overkomen. Bij veel kantoren wordt er nog thuisgewerkt en vergadert via Teams of Zoom. Ook op bedrijfsfeestjes heerst nog een taboe. Men is voorzichtig. Ik hoop dat de zakelijke markt in oktober weer op gang komt, zodat we dit jaar toch nog enkele goede maanden krijgen. Maar dan mag het coronavirus ons niet te veel meer dwars zitten.’’
 
Het woord corona is gevallen. De meeste horecazaken hebben de crisis dankzij de overheid overleefd. Dat geldt ook voor Savarin. ‘’Maar het was zwaar. We zijn maanden gesloten geweest, de medewerkers hebben geen werk kunnen verrichten en ik heb niet kunnen ondernemen. Dat laatste was voor mij een rare gewaarwording. Ik vind dat de overheid de crisis prima bestreden heeft. Bijna iedereen heeft zijn baan nog, de meeste bedrijven zijn overeind gebleven, alleen de ondernemers hebben wel moeten bloeden. Die groep is de overheid toch vergeten’’.
 
‘’De ondernemer heeft namelijk geen steun gekregen. Mijn salaris en mijn mogelijke dividenduitkeringen zijn helemaal niet gecompenseerd. Sterker ik heb geld uit mijn eigen reserves moeten bijleggen om nu weer open te kunnen en gasten te ontvangen. Ik voel me nog hartstikke jong en ben nog heel ambitieus, maar je werkt toch toe naar het moment dat je op je zeventigste kan stoppen en genoeg geld hebt om lekker te leven. Het is nu maar de vraag hoeveel centjes ik dan heb’’. 
 
Nu zie ik uit naar drukte. Je gaat je gasten echt weer waarderen. Ondanks dat mijn oliebollendrive-through met 900 auto’s een halfjaar geleden een groot succes was, sta ik liever in de keuken om voor 10 man een mooie lunch te maken. Dat is mijn vak. Ik hou van gasten en gastronomie. Dat zit in de genen. Onze gasten zijn blij dat ze weer mogen komen en wij hebben nauwelijks last van het anderhalve meter-beleid van de overheid. Die ruimte was er in de meer culinaire/gastronomische  restaurants toch wel. Bij ons willen de gasten niet rugleuning aan rugleuning zitten. Ze waarderen meer comfort, meer privacy en een betere kwaliteit en daarvoor willen ze best wel iets meer betalen.’’