Motie van treurnis voor College-beleid van Rijswijk

5 July 2023, 10:19 uur
Lokaal
mainImage
PR
Danny van Dam spreekt tijdens de raadsvergadering de visie van Wij.Rijswijk uit.

De bijdragen van WIJ Rijswijk gingen tijdens het Kaderdebat over enerzijds de grote tekorten die Rijswijk in 2022 heeft gehad en tot 2026 zullen doorgaan. Het spaargeld van Rijswijk is hierdoor met 1/3 geslonken. Vandaar de motie van treurnis.

Tweede onderdeel ging over de krapte van de stad en het onderdruk staan van onze leefbaarheid. We zien graag dat we eerst ons faciliteiten niveau weer terugbrengen voordat we nieuwe woningbouwprojecten aangaan.

Hierbij de bijdragen van fractievoorzitter Danny van Dam. 

Rijswijk lijkt een boot die geld lekt. Als we de financiën zien voor de komende jaren dan staan we er niet goed voor. We sluiten het jaar 2022 af met een tekort van 11,6 miljoen. Waar het begin 2022 nog op 32 miljoen stond is het verminderd naar 20 miljoen. Daarmee hebben we dus een derde van ons spaargeld in 1 jaar verloren. We varen als de Titanic richting de ijsberg 2026 die nog meer financiële problemen gaat geven en het college zit als het orkest uit de film rustig een vrolijk liedje te spelen.

Voorzitter, als raad hebben we met die feestelijke muziek in het afgelopen jaar allerlei investeringen gedaan. We hebben twee miljoen euro gestopt in een isolatiefonds met GroenLinks, we hebben jaarlijks vier ton uitgegeven aan het evenementenbeleid, we hebben geïnvesteerd toegankelijkheid en voorzieningen. Allemaal met het idee dat we voldoende spaargeld zouden overhouden. 

Ook hebben we met diezelfde gedachte een aantal grote beslissingen gemaakt omtrent tegenvallers. De twee ton voor audiovisuele middelen, de extra vier miljoen voor het Huis van de Stad, de 1,8 miljoen de we geven aan de investeringsmaatschappij ATcapital uit Singapore, de tegenvaller uit de GREX van sion van 24 miljoen, en ga zo maar door.

Dit zijn onwijs hoge bedragen die we als raad hebben toegekend. Maar als we nu terug kijken op de investeringen met de informatie van nu is onze fractie toch bang dat we andere keuzes hadden moeten maken. Hierbij herhalen we dan nog maar de woorden van de Heer Sleddering: “Had het college niet gewoon om hulp moeten roepen?” En had het college daarbij misschien een betere afweging moeten maken om bepaalde raadsvoorstellen niet voor te leggen, omdat de financiële impact gewoonweg te groot was voor onze portemonnee?

En natuurlijk valt er wat voor te zeggen dat wij als raad zelf ook moeten oppassen op onze financiën, maar onze controlerende taak wordt grotendeels wel ondersteund door het financiële inzicht dat de wethouder financiën ons zou moeten geven. De wethouder financiën is wat ons betreft degene die de raad bij elk besluit moet hoeden voor de financiële consequenties en Wij.Rijswijk heeft u niet gehoord. Niet bij het huis van de stad, niet bij de MFA, niet bij de GREX en niet bij de the orchard. De kers op de taart was de reactie op de pandjesbrigade. Er was geen dekking voor de 7 ton die we op jaarbasis uit gaan geven en op de vraag vanuit de raad waar u dat uit zou gaan dekken had u geen antwoord en zei dat we dat als raad maar moesten besluiten. Dat geeft Wij.Rijswijk niet het vertrouwen dat we weten waar we mee bezig zijn en daarom dienen we samen met het CDA en Rijswijks Belang een motie van treurnis in.

De eindconclusie is dat we hier nu staan met nu nog een algemene reserve van 20 miljoen en als we vooruit kijken zullen we nog meer jaren met tekorten zitten. We kunnen niet stil blijven staan en moeten nu als raad en college juist gaan handelen. Om dit met het juiste inzicht te kunnen doen hebben we een goed overzicht van onze besparingsmogelijkheden nodig naast de begroting. Met de motie ‘Rijswijk financieel gezond’ dragen we samen met alle oppositiepartijen het college op om voor de begroting in november een plan te presenteren met besparingsopties waarmee we de komende tekorten kunnen opvangen.

Voorzitter hiermee wil Wij.Rijswijk trouwens niet zeggen dat we stil moeten blijven staan, want onze stad groeit, naar misschien wel 80.000 inwoners. Anders dan in andere steden heeft Rijswijk geen ruimte aan de grenzen van de stad om nieuwe woonwijken te bouwen en dat zorgt voor verhoogde druk op onze leefbaarheid. Een stad is namelijk  meer dan alleen huizen. Er moet ruimte zijn voor sporten, winkelen en recreatie. Een goede stad kent veel groen en is goed bereikbaar. Maar wat zien we nu al in Rijswijk met een inwonersaantal van nog geen 60.000?

We staan vast met de auto en openbaar vervoer lijkt eerder te verdwijnen dan dat het erbij komt. Er zijn wachtlijsten op onze basisscholen en wachtlijsten voor onze sportverenigingen. Een tekort aan binnen sportruimte. We krijgen klachten dat wijken verloederen, het sociaal contact vermindert en de eenzaamheid neemt toe.

Nogmaals benadrukt Wij.Rijswijk dat we een leefbare stad moeten bouwen. Daarom zal Wij.Rijswijk samen met het CDA, Rijswijksbelang de ChristenUnie en de partij voor gelijkheid en rechtvaardigheid de motie ‘leefbaarheid voor woningbouw’ in. Hierin dragen we op om geen nieuwe woningbouwprojecten te starten voordat we in beeld hebben hoe we onze stad bereikbaar, leefbaar en veilig houden in de geest van de motie ‘voorzieningen op niveau’ van GroenLinks en Rijswijks Belang van november vorig jaar.

Bij die groeiende stad kennen we verschillende problematieken. Eén van deze problemen is dat onze woningmarkt onder druk staat. De huizenprijzen stijgen evenals het aantal mensen dat intresse heeft in één woning. Dit heeft tot het logische vervolg dat de huizenprijzen disproportioneel zijn gestegen waardoor het voor onze starters bijna onmogelijk wordt om een woning te bemachtigen. De motie ‘wonen voor starters’ vraagt om onderzoek te doen naar een starterslening die starters in Rijswijk moet helpen om het gat tussen de hypotheek en de koopprijs van een woning te overbruggen.

In de tweede termijn zullen we nog enkele moties indienen en toelichten en ook een amendement. Voordat ik mijn eerste termijn afsluit zou ik een oproep willen doen. Blijf communiceren en blijf eerlijk naar onze inwoners. Mijn bijdragen in het begrotingsdebat van vorig jaar ging over het vertrouwen in de overheid, het vertrouwen in de politiek en dus het vertrouwen in ons. Dat begint bij goede communicatie ook als we een minder leuke boodshap te vertellen hebben. Communicatie omtrent de kaders van onze participatie, communicatie omtrent het inzamelen van afval of de bouw van woonwijken. Geef inwoners weer het gevoel dat we er voor ze zijn en dat we naast hun staan in plaats van boven.