Te Werve- trainer Huib van Oostrom Soede is bezig aan zijn negende seizoen.
Hij traint al tijden ook een tweede club, in dit geval is dat dit seizoen SVH. Hij beseft echter dat in deze tijd met alle beperkingen en extra druk op de maatschappij en het voetbal, je relatie altijd voorrang heeft en niet ten koste mag gaan van het trainerschap. De overheid verwacht volgens hem te veel onuitvoerbare acties van ons
De eerste vier wedstrijden heeft zijn ploeg verloren, maar na een verandering van speelwijze zijn er wedstrijden gewonnen waaronder van toenmalige koploper Vitesse Delft.
Eerder heb ik de kwaliteiten van mijn spelersgroep waarschijnlijk iets overschat. Je moet namelijk tactische kwaliteiten en discipline hebben om in de tweede klasse te kunnen acteren. Sommige spelers uit mijn selectie hebben nog nooit op dit niveau gespeeld. Daarnaast stopte mijn aanvoerder en prima de sterk acterende Zakaria. In zijn kielzog stopten er nog twee spelers. Dat maakte mij moeilijk om dat adequaat op te vangen, want de overschrijvingstermijn was al afgelopen toen die spelers bekend maakten te gaan stoppen”.
Speelwijze
“Ik moet er heel hard aan trekken als trainer en als coach om ze in een speelwijze te laten voetballen die ten opzichte van de tegenstander standaard goed is. We hebben nu gekozen voor snelle spelers voorin. We spelen dan in een 5-3-2 systeem. Dat blijkt heel goed uit te pakken, zelfs tegen, toenmalige, koploper Vitesse Delft. Wij stellen ons nu iets meer verdedigend. Dat blijkt punten op te leveren en weinig gele kaarten.
Beker
Het bekerseizoen was overigens snel klaar bij Te Werve. “Dat was wel balen, want op doelsaldo, kwamen we één doelpunt te kort. “Ik denk nog steeds terug aan de bekerwedstrijd tegen Ajax, een paar jaar geleden. Die belevenis pakken ze mij nooit meer af", aldus Huib van Oostrom Soede. “Ik had wel gedacht dat we dit seizoen verder zouden zijn, maar dat blijkt niet zo. Als we geluk hebben en een goede reeks spelen zou een periodetitel mogelijk zijn. Maar wij moeten eerst gewoon voor handhaving gaan spelen".
Door Nico Mos