Pieter Schelling en Stefan Veenenberg presenteren namens de stichting Haags Bus Museum een lezing over het busvervoer in Rijswijk tot 1988.

De stichting is opgericht op 23 mei 1979 en stelt zich ten doel het verzamelen, restaureren en het op de weg houden van historische autobussen die beeldbepalend geweest zijn in de regio Haaglanden. De collectie bestaat uit ca. 25 historische autobussen.

De lezing gaat in op de historie van het busvervoer in Rijswijk. Deze gaat terug tot 1897 met het starten van een omnibusverbinding tussen Scheveningen en Rijswijk. In 1889 werd besloten om deze tramomnibus te vervangen door autobusexploitatie, waarbij het vervoer werd verzorgd door particuliere busondernemingen.In 1924 startte de HTM een busverbinding tussen Den Haag en Delft. Deze ontstond tijdens de elektrificatie van de stoomtramverbinding en was de start van het HTM-busvervoer.Op 1 juni 1955 kreeg Rijswijk een eigen stadsdienst, ook-maar slechts kort-verzorgd door de HTM. Daarna verzorgden particuliere busondernemingen het stadsvervoer. In 1965 keerde de HTM terug in Rijswijk.

Naast het stadsvervoer gaat aandacht uit naar het streekvervoer. De historie hiervan voert terug tot1912. Toen werd een paardenomnibusdienst gestart op de verbinding op de lijn Kwintsheul-Wateringen-Rijswijk. Deze werd in 1922 overgenomen door de VIOS uit Wateringen. Per 1 januari 1941 werd het busvervoer overgenomen door de Westlandse Stoomtramweg Maatschappij ( WSM ), sinds 1965 Westlandse Streekvervoer Maatschappij geheten. De WSM fuseerde op 1 januari 1969 met de Citosa uit Boskoop. Beide bedrijven gingen samen verder onder naam Westnederland.

Van de sprekers is Pieter Schelling geïnteresseerd in busvervoer vanaf zijn tienerjaren, vooral van de WSM. Hij is werkzaam geweest van 1978 tot mei 2023 in verschillende OV –functies. Vanaf 1981 is hij vrijwilliger bij de stichting WSM en vanaf 2023 bij de stichting Haags Bus Museum als buschauffeur en archivaris.Stefan Veenenberg was al jong geïnteresseerd in OV. Zijn opa en oma woonden in Den Haag met zijn rode HTM stadsbussen zoals lijn 18 bij hen door de Jan van Beersstraat. In 1997 kwam hij in contact met het Bus Museum en in 2001 als bezoeker ook met Haagse OV Museum. Sinds ruim 20 jaar is hij nu vrijwilliger actief bij Bus Museum met documentatie van OV-geschiedenis, digitalisering en andere ondersteunende werkzaamheden.

De jaaragenda luidt verder 15 oktober over architect en stedebouwkundige Mutters, gebouw Hofrust , 19 november Algemene Ledenvergadering met Jaarboek (Hofrustkerk ) en 17 december over de verzetsgroep Breebaart in het kader van 80 Jaar Vrijheid ( ]locatie nader te bepalen )