De koolmees is de meest voorkomende tuinvogel in Rijswijk, zo blijkt uit de onlangs uitgevoerde landelijke Tuinvogeltelling, het grootste citizen science project van ons land. Tijdens deze telling werd de koolmees door de 459 deelnemers in Rijswijk 790 maal geteld, gevolgd door de kauw (551) en de houtduif (521). In totaal werden in Rijswijk tijdens de telling 5747 vogels geteld. De in sommige Rijswijkse parken veel voorkomende halsbandparkiet, de exoot onder de vogelsoorten, werd 351 keer geteld, goed voor een zesde plek in de Rijswijkse top-10. Deze vogels stammen af van vrijgelaten halsbandparkieten en leven vanaf 1960 in onze steden, het eerste paartje was in 1968 in Ockenburgh in Den Haag.

Op de landelijke ranglijst komt de huismus het meest voor, met de koolmees als goede tweede. Ook in de provincie Zuid-Holland werd de huismus het meest geteld, 54.655 keer door in totaal 29.210 vogeltellers, acht per 1000 inwoners, 96% meer dan in 2020. Over heel het land genomen namen 198.179 vogelliefhebbers deel aan de telling die een eindtotaal van 2.759.139 getelde vogels kende. Ook op sommige Nederlandse scholen werden vogels geteld, de huismus kwam met 514.496 het meest voor. De dramatische achteruitgang van de spreeuw zet zicht voort, na een derde plek in 2001, viel de spreeuw vanaf 2016 buiten de top-10.

De Nationale Tuinvogeltelling wordt sinds 2001 georganiseerd door Vogelbescherming NL en Sovon Vogelonderzoek Nederland en geeft een goed beeld van hoe vogels onze tuinen in de winter gebruiken.

Bron: Tuinvogeltelling (Vogelbescherming NL)