Wethouder Armand van de Laar (D66) is bezig aan zijn tweede termijn. Hij heeft in zijn portefeuille Stadsontwikkeling, Mobiliteit, Grondzaken, Participatiebeleid en is tweede loco- burgemeester.

In een uitvoerig interview voor Rijswijks Dagblad met journalist Bart Bakker blikt hij in zijn werkkamer in het stadhuis terug op het afgelopen jaar, gaat in op het huidige college en geeft hij zijn visie voor de toekomst. Vooral als het gaat om de stadsontwikkeling.

Armand van de Laar met Collega wethouder Larissa Bentvelzen.

Het huidige College heeft een geheel andere samenstelling dan in uw eerste periode als wethouder. Met D66, PvdA, GroenLinks, Beter voor Rijswijk en de VVD is er sprake van een combinatie van ‘links’ en ‘rechts’. Hoe functioneert dit College?

“Dit college heeft een goede start gemaakt. Ik ben blij hoe we met elkaar functioneren. Het is inderdaad een ideologisch breed samengesteld college. Het gaat om een persoonlijke klik en of je naar elkaar wilt luisteren. Dat is dan ook het geval. We hebben door deze samenstelling tenslotte te maken met verschillende perspectieven. Maar het begint allemaal bij de inhoud. Zoiets is het belangrijkste. De stukken worden goed bestudeerd. Ik merk bij mijn collega’s een bepaalde nieuwsgierigheid wat er achter zit”.

Het einde van het jaar nadert. Met wat voor gevoel zit u hier nu?

“Een tevreden gevoel. De gemeenteraad heeft de afgelopen jaren grote plannen vastgesteld en die zijn we nu echt aan het uitvoeren. Sterker nog, Rijswijk ondergaat de grootste ontwikkeling sinds de wederopbouw. Dat is ook hard nodig. Plekken waar we trots op waren zoals de Bogaard en Plaspoelpolder dreigden nu juist de zwakke plekken van de stad te worden. Met grote investeringen voorkomen we dat en lossen we meteen ook problemen op als woningnood, hittestress en wateroverlast. et is mooi om daar als wethouder een onderdeel van te zijn”.

In de Plaspoelpolder is het AZC-complex veranderd in het Flex-wonen voor doelgroepen die met urgentie door hun omstandigheden een woning nodig hebben. Dit is achteraf beschouwd een goed alternatief geweest voor het AZC?

Het AZC-complex gaat functioneren als een vorm van Flex-wonen.

“Dit idee is in het vorige college ontstaan. Het is een combinatie van huisvesting en wonen. Het is mooi dat de gemeenteraad hier toe heeft besloten. Iedere doelgroep heeft behoefte aan een bepaalde vorm van woningbouw. We streven er naar om hier maatwerk in te leveren”.
“Dat geldt weliswaar ook voor de Plaspoelpolder, maar we kijken vooral naar de gebieden zelf”.

Er zijn verschillende ontwikkelingen gaande?

“Je ziet in de stad dat verschillende projecten momenteel vorm krijgen, Dan doel ik niet alleen op het Bogaard Stadscentrum, maar ook op het Havenkwartier en de Plaspoelpolder waar woningen en bedrijven komen. Vernieuwen van bedrijventerreinen was jarenlang een lastige businesscase. Door de gestegen grondprijzen is het momenteel mogelijk om leegstaande kantoren af te breken en nieuwe bedrijfshallen te bouwen. Voor de stad is dit een goede ontwikkeling want het levert banen op en dynamiek van nieuwe ondernemers”.

Het Bogaard Stadscentrum is hier een aansprekend voorbeeld van. Voor Rijswijkse begrippen is het een groot project. Hoe staat u daar nu in?

“Het is knap dat Rijswijk, als een relatief kleinere gemeente, projecten van deze omvang doet. Dat wordt ook door de regio gezien. Maar aan de andere kant heeft Rijswijk het nodig. Er zijn veel gebieden na de oorlog ontwikkeld die verouderd zijn. Dan gaat het niet alleen om de woningen, maar ook de bestratingen en de riolering. Voor de kwaliteit en de leefbaarheid van de stad moeten we dit dus wel doen. In de afgelopen jaren heeft de gemeenteraad aangegeven dat we opnieuw trots op dit soort gebieden moeten kunnen zijn. De Bogaard is er hier één van”.

In de Bogaard is sprake van een grote gebiedstranformatie. 

U bent content met het huidige Bogaard-plein?

“Het Bogaardplein was eerst een parkeerterrein en daarna een kaal en versteend plein toen de parkeergarage er kwam. Anno 2022 is het een ‘groen’ plein geworden met meer bankjes en gelegenheden om te spelen en sporten. Ook al zitten de trampolines in een hoekje verscholen, vanaf de eerste dag spelen de kinderen hier en zie je meteen de waarde van de transformatie van zo’n plein”.