D66 Rijswijk: duidelijkheid luchtkwaliteit scholen

2 September 2020, 17:59 uur
Lokaal
mainImage
ANP

Martine Koopman heeft maandag namens D66 Rijswijk schriftelijke vragen gesteld over de luchtkwaliteit in de Rijswijkse scholen.

“De mogelijke rol van ventilatie in gebouwen bij de verspreiding van het coronavirus is een groeiende bron van zorg. Dit mede naar aanleiding van een fors aantal coronabesmettingen in een verpleeghuis in Maassluis, mogelijk deels veroorzaakt door het luchtbehandelingssysteem dat lucht recirculeert."

Koopman vervolgt: ” In deze coronacrisis is het van groot belang dat men in (school)gebouwen niet besmet wordt als gevolge van een aangebracht luchtbehandelingssysteem. De gemeente Rijswijk is daar verantwoordelijk voor. Nu de lessen vandaag weer starten is het van groot belang dat in ieder geval het luchtbehandelingssysteem in een schoolgebouw op orde moet zijn en dat dit geen gevaar oplevert voor leerlingen, docenten en medewerkers. Overigens is de kwaliteit van het binnenklimaat op scholen voor de uitbraak van het coronavirus al een zorg: een slecht binnenklimaat heeft invloed op leerprestaties en ziektes van kinderen.”

Een opsomming van de vragen van D66 Rijswijk aan het Rijswijkse college

1. Kan het college informatie geven over de aanwezige ventilatiemogelijkheden op scholen en /of (geavanceerde) systemen in de schoolgebouwen in Rijswijk, ook waarbij sprake is van warmteterugwinning of recirculatie van lucht of luchtverversing en deze informatie met de raad te delen?
2. Kan het college aangeven welke scholen een sensor hebben om de luchtkwaliteit op scholen te meten?
3. Wanneer is er voor het laatst onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit op scholen in Rijswijk?
4. Is het college bereid nieuw onderzoek te doen naar de luchtkwaliteit in de schoolgebouwen in Rijswijk en/of aan te sluiten bij het op te starten onderzoek vanuit de VO-raad, uit te voeren door UMC Utrecht, TU Delft en Erasmus MC?
5. Is het college bereid om de resultaten en aanbevelingen van genoemd onderzoek te delen met de raad en de eventuele (financiële) consequenties in kaart te brengen.