De ambtelijke organisatie in Rijswijk is zwaar overbelast. Dit antwoordt waarnemend burgemeester Bas Verkerk naar aanleiding van mondelinge vragen van de GroenLinks fractie in de Rijswijkse gemeenteraad.
Volgens fractievoorzitter Marieke Alberts van GroenLinks (foto) verzaakt het Rijswijkse college haar plicht en laat het vragen van de raad onbeantwoord. Alberts: “Eind oktober stelden wij schriftelijke vragen omdat wij benieuwd zijn naar wat er van de in de loop der jaren geformuleerde doelen en ambities van Rijswijk in de loop van 2020 terecht is gekomen. Een ‘thermometer’ om er achter te komen wat is bereikt en waarmee Rijswijk nog aan de slag moet. Met een instrument dat daarvoor is bedoeld, artikel 44 vragen, waarmee wij onze controlerende rol als raadsleden kunnen invullen. Althans, dat dachten we, maar dit college verzaakt haar plicht en beantwoordt deze vragen niet.
Als het college met alle ambtelijke ondersteuning dat het heeft, het overzicht van wat er is terecht gekomen van alle doelen en ambities van 2020 niet kan geven, hoe moeten wij dat als raadsleden dan wel krijgen? Wanneer pakt u uw verantwoordelijkheid op? Eerst complimenteert u onze fractie met de aandacht die wij hebben voor de brede strategische agenda, om ons vervolgens af te schepen door de beantwoording af te schuiven op alle documenten die u naar de gemeenteraad stuurt en de komende jaren nog gaat sturen. Dat dit college nu niet bepaald overloopt van visie en ambitie is ons wel duidelijk, maar dat ze zelfs de basis van het beantwoorden van schriftelijke vragen niet op orde heeft, doet ons het ergste vrezen voor de enige ambitie die dit coalitieakkoord kent, namelijk de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie en dienstverlening op peil te brengen en toe te werken naar excellent”.
Reikwijdte
In zijn reactie liet Verkerk weten dat het college geworsteld heeft met het adequaat beantwoorden van de vragen van GroenLinks. Wekelijks verneemt hij van de gemeentesecretaris dat de belasting op de ambtelijke organisatie hoog is. Bovendien is het college van mening dat de vragen van GroenLinks de reikwijdte van artikel 44 vragen overstijgen. Verkerk: “U vraagt het heel breed, op allerlei gebieden”. Volgens de waarnemend burgemeester zijn de meeste antwoorden op de vragen van de raadsleden terug te vinden in lopende processen en stukken die er geweest zijn en stukken die binnenkort nog naar de raad toekomen.
“Beantwoording van uw vragen kost heel veel ambtelijke capaciteit en onder de huidige omstandigheden zou ik u dan ook willen vragen, gelet op de brede reikwijdte van uw vragen en de grote belasting op de toch al overbelaste ambtelijke organisatie, om de antwoorden meer in de ruimte en breedte te zoeken”.
Bijbaan
Deze reactie riep bij Alberts nogal wat vragen op.”U zegt dat dit de reikwijdte van artikel 44 vragen overstijgt. Wat is dan wel de reikwijdte van artikel 44 vragen? Waar moeten wij als raadsleden de antwoorden op onze inhoudelijke vragen halen? Blijkbaar moeten wij die uit de stukken vissen, ook nog uit de stukken die nog komen, dat is niet te doen voor ons als raadsleden, dit is voor ons ook maar een bijbaantje, u heeft een heel ambtenarenapparaat tot uw beschikking, dus ik vraag u nogmaals, wat moeten wij doen om als raad wel antwoorden op onze inhoudelijke vragen te krijgen”?
Verkerk zegde uiteindelijk toe de kwestie met betrekking tot de reikwijdte van de artikel 44 vragen in een volgend overleg tussen de fractievoorzitters, het zogenaamde presidum, te bespreken en het verzoek van Alberts mee terug te nemen naar het college. Alberts ging er tenslotte mee akkoord dat, als gevolg van de overbelasting van het ambtelijk apparaat, de raad uiteindelijk wat langer dan de gebruikelijke termijn van dertig dagen, op beantwoording van de vragen moet wachten. Alberts: “Het is niet een kwestie van dagen, het gaat ons uiteindelijk om de inhoudelijke beantwoording, of dat nu twee of drie maanden duurt, is niet erg”. Verkerk sloot de discussie af met de toezegging dat kritiek van GroenLinks op het niet beantwoorden van vragen, elke week op de agenda van B&W komt. Alberts: “Mooi dat onze schriftelijke vragen toch nog aandacht van het college krijgen”.
Redactie: Peter Petit