De behoefte aan woonruimte is heel groot. Zeker aan woningen in de ‘sociale huur’ (huur onder de 782 euro). In Rijswijk is het aandeel éénpersoons huishoudens volgens de gegevens die men zag nu 42%, en het aandeel tweepersoonshuishoudens zonder kinderen 26%.
De vraag naar woonruimte gaat volgens D66 niet alleen om beschikbare woningen, maar ook om geschikte woningen. Zoals een woning die geschikt is als je wat ouder wordt (nul treden, isolatie, mogelijkheid voor aanpassingen). Het overstappen van een ééngezinswoning in sociale huur naar een ‘seniorenwoning’ (55+) met een vergelijkbare huur is heel lastig.
Er zijn prestatieafspraken met de corporaties voor nieuwbouw van deze woningen onder andere. in het bouwprogramma Wonen en zorg 2022-2025. Om beter inzicht te krijgen in de knelpunten, cijfers en mogelijkheden krijgt men graag meer informatie.
De D66 heeft zodoende vragen aan het College gesteld.
1. Hoeveel ééngezinswoningen zijn er in de sociale huursector op dit moment in Rijswijk?
2. Welk deel van deze sociale ééngezinswoningen wordt bewoond door samenwonende of alleenstaande ouder(s) met kinderen?
3. Welk deel door alleenstaanden en welk deel door samenwonende stellen zonder kinderen? Zijn het in deze gevallen vooral ouderen die als alleenstaanden of als samenwonenden in sociale eengezinswoningen (zijn blijven) wonen? Of worden deze eengezinswoningen ook wel door jongere mensen zonder kinderen bewoond?
4. Kunt u trends, c.q. meerjarige gegevens over deze aantallen en percentages geven?
5. Is onderzocht - bv. met behulp van de doorstroommakelaar of seniorenmakelaars - of mensen die alleen of met slechts twee volwassenen in een sociale eengezinswoning wonen bereid zijn te verhuizen, en, zo ja, is bekend welke alternatieve woonvormen zij voor ogen
hebben?
6. Zijn die alternatieve woonvormen ook beschikbaar in Rijswijk, dan wel opgenomen in het bouwprogramma Wonen en Zorg 2022-2025 Rijswijk?
7. Hoe kunnen wij als gemeente met deze cijfers het tekort aan beschikbare sociale eengezinswoningen verder omlaag brengen? Is er of wordt er voor deze specifieke vraag specifiek beleid gemaakt vanwege de woningcorporaties i.s.m. de gemeente?