Het dagelijks leven is in november 4 procent duurder geworden dan in dezelfde maand een jaar geleden. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van definitieve cijfers, die gelijk zijn aan de eerder gemelde snelle raming. Daarmee was de inflatie hoger dan de 3,5 procent in oktober.
De oplopende inflatie werd vooral veroorzaakt door de ontwikkeling van de prijzen van motorbrandstoffen. Die waren in november 1,5 procent lager dan een jaar eerder. In oktober waren brandstoffen nog 7 procent goedkoper dan in dezelfde maand vorig jaar. Een liter benzine kostte in november gemiddeld 1,95 euro, in oktober was dat 1,90 euro. De prijs van een liter diesel steeg van 1,64 euro in oktober naar 1,72 euro in november. Ook de prijsontwikkelingen van vliegtickets en kleding droegen volgens het CBS bij aan de stijging van de inflatie.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese rekenmethode liep in november op tot 3,8 procent, van 3,3 procent in oktober. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
De inflatie in Nederland ligt daarmee boven het gemiddelde van de eurozone. De inflatie in het eurogebied nam toe van 2 procent in oktober naar 2,3 procent in november. Volgens het CBS komt het vooral door de prijsontwikkelingen van diensten en tabaksproducten dat de inflatie in Nederland hoger is dan in de eurozone.
Door: ANP