Het droppen van hulpgoederen boven Gaza is "heel gevaarlijk, duur en vaak bereikt de hulp de mensen die het het hardst nodig hebben niet", zegt het Rode Kruis. Vrijdag werd bekend dat Nederland gaat meewerken aan de luchtdroppings. Ook Amnesty International is kritisch.

In Gaza heerst honger onder de Palestijnse bevolking, doordat het gebied grotendeels werd afgesloten door Israël. Sinds dit weekend staat Israël weer luchtdroppings toe. Maar volgens het Rode Kruis zijn er eerder al mensen in Gaza gewond geraakt en gedood door hulp die vanuit de lucht werd gedropt en bovendien kunnen er relatief weinig hulpgoederen in een vliegtuig.

Amnesty International noemt luchtdroppings "vooral symbolisch". Ook de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) noemt de luchtdroppings ondoelmatig. Alle drie de organisaties roepen landen op zich sterk te maken voor onbelemmerde hulp over land.

Aan de grens met het gebied staan volgens verschillende organisaties duizenden vrachtwagens met hulpgoederen klaar. "We hebben de Nederlandse overheid nodig om met ons met de vuist op tafel te slaan: geef het Rode Kruis en andere hulporganisaties directe en onbelemmerde toegang tot Gaza", zegt het Rode Kruis.

UNICEF vindt de droppings "een show". De organisatie zegt dat een pakket alleen de mensen helpt die toevallig op de juiste plek staan. Ook zijn er spullen nodig die je niet kunt droppen, zoals couveuses en waterzuiveringssystemen. Nederland zou "al zijn energie moeten inzetten" om toegang over land mogelijk te maken.

Het kabinet erkent dat luchtdroppings "niet zonder gevaar" zijn. In samenwerking met Jordanië worden voorzorgsmaatregelen genomen, zoals de selectie van locaties voor de droppings.