Wetenschappers in binnen- en buitenland zien een opvallende verandering in het levensgeluk dat mensen gedurende hun leven ervaren. Jongvolwassenen zijn niet langer (samen met senioren), de gelukkigste leeftijdsgroep. Tegelijkertijd is de geluksdip rond het vijftigste jaar, de welbekende midlifecrisis, minder diep, schrijft de Volkskrant.
Dat blijkt uit een studie die zojuist is verschenen in vakblad Plos One. De Amerikaanse en Britse wetenschappers onderzochten de situatie in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en 44 andere landen en zagen telkens dezelfde veranderingen. Ook in Nederland speelt dit, constateert geluksonderzoeker Martijn Hendriks van de Erasmus Universiteit, die voor de Volkskrant in de Nederlandse cijfers dook.
Sinds de jaren zeventig stond het verloop van levensgeluk behoorlijk vast. Jongvolwassenen en mensen boven de pakweg 60 waren het gelukkigst. Het levensgeluk van veel mensen piekte grofweg als ze eind 20 waren, het moment dat ze veelal een vaste partner, een baan en een huis hebben. Met de komst van kinderen (en daarmee: minder slaap en minder vrije tijd), begon het geluk wat af te nemen, met als dieptepunt de midlife crisis, rond de 50 jaar. Vanaf ongeveer 60 jaar herstelde dat zich weer.
Door: ANP