Iedereen in de omgeving van jongeren moet klaarstaan om hen te helpen bij het besluit om al dan niet een vaccin tegen het coronavirus te nemen. Dat zegt het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). De Gezondheidsraad adviseerde dinsdag om alle jongeren van 12 tot en met 17 jaar uit te nodigen voor een prik met het vaccin van Pfizer/BioNTech.

Het NJi benadrukt het belang van goede informatievoorziening voor jongeren over vaccinatie. Als het ouders om bepaalde redenen niet lukt om hun kind goed te informeren, bijvoorbeeld omdat ze in een scheiding liggen of de Nederlandse taal niet machtig zijn, dan kunnen ook andere volwassenen daarbij helpen. "Dat kan familie zijn, maar bijvoorbeeld ook een huisarts of jongerenwerker", aldus expert bij het NJi Anita Kraak. Ook school speelt een rol. "Kinderen kunnen natuurlijk ook met vragen naar bijvoorbeeld hun mentor stappen. Docenten kunnen alert zijn op vragen of twijfels die jongeren hier misschien over hebben."

Kraak adviseert ouders die hun kind willen ondersteunen bij het maken van de keuze om zich te laten vaccineren om samen te zoeken naar begrijpelijke informatie en het te hebben over het 'bredere perspectief'. "Dus niet alleen over de medische kant, zoals de bijwerkingen van het vaccin, maar ook over wat verder voor jongeren belangrijk is." Het kan zijn dat een jongere bijvoorbeeld heel erg opziet tegen de prik, of geen zin heeft om een afspraak te maken en naar de vaccinatielocatie te gaan. "Heb het dan met haar of hem ook over de voors en tegens van vaccineren in het dagelijkse leven. Bijvoorbeeld dat je met een vaccinatie zekerder bent dat je ook in het najaar nog steeds vrij naar school of de sportclub kunt. Maar ook dat je door vaccinatie een maatschappelijke bijdrage levert omdat je zo helpt verspreiding van het virus tegen te gaan."

In het algemeen kunnen ouders en kinderen in Nederland heel goed met elkaar overleggen, blijkt volgens Kraak uit onderzoek. "Jongeren zijn ook heel tevreden over de manier waarop ze grote besluiten samen met hun ouders nemen."