Zo heette het tijdschrift van de Vereeniging Oost en West: het Koloniaal Weekblad. Ze vonden het een goede, praktische naam die precies omvatte wat de inhoud was. Het eerste nummer uit 1901 stond bomvol artikelen en advertenties, en dat zou tientallen jaren zo blijven.
De Vereeniging werkte landelijk, maar was gevestigd in Den Haag. In 1901 woonde de hoofdredacteur van het Weekblad G.E.V.L. van Zuylen aan de Herengracht en de redactiesecretaris mr G. van Slooten aan de Conradkade. Adverteerders konden zich melden bij de uitgever aan de Haagpoort. De presidente van de Vereeniging N. van Zuylen Tromp woonde ook in de residentie. Het was zonder meer een Haagse club, waarmee de stad zich weer profileerde als de koloniale hoofdstad van Nederland.
Het blad is nauwelijks te vinden. Ergens in bibliotheken, soms in een doos op een rommelmarkt of te koop tegen aanzienlijke prijzen op een veiling. Je moet er de waarde van inzien, en ik zie dat op mijn digitale versies. Ik ben de trouwste lezeres van het Weekblad, want het laat me op een nieuwe manier naar de stad kijken.
Wat een vereniging was dat, een netwerk van ons soort mensen, dat wil zeggen mensen met belangen in de Oost. Dat kon zakelijk zijn of idealistisch. De bestuurders wilden al die belangen dienen door het verspreiden van "populaire kennis", dus moeilijke stukken stonden niet in het Koloniaal Weekblad. Wel artikelen als 'Voor den Inlander' (over een geldinzamelingsactie), Inhoud van Tijdschriften (de Vereeniging wilde op de hoogte blijven) en Verzending O.I. mail (de post ging per boot, en de boot voer op vaste tijden).
Hoe koloniaal de stad was, zie ik aan de advertenties. Daar kun je zo een grote stadswandeling van maken, want de geschiedenis is zichtbaar, als je weet hoe je moet kijken. Of veel mensen dat willen, weet ik niet zo zeker. Wat aan de geschiedenis niet bevalt, wordt weggehaald of anders moeten er dusdanig veel excuses worden aangeboden dat niemand er verder nog wat over durft te zeggen. Terwijl dat koloniale leven er was, in straten en lanen en stegen van de stad.
Aan de Emmakade bevond zich het administratiekantoor Insulinde, in de Zoutmanstraat was Toko Padang gevestigd, op nummer 4 van de Lange Houtstraat verkochten de gebroeders Houtman ook ledikanten voor Indië enzovoorts, week in, week uit. Oh oh Den Haag, koloniaal achter de duinen.