Pencak Silat

19 December 2019, 23:36 uur
Columns
mainImage

De een houdt van boksen, de ander zweert bij karate en ik ben het eens met de derde die geen genoeg krijgt van pencak silat. Goed nieuws: de UNESCO heeft het erkend als immaterieel cultureel erfgoed. Dat betekent iets.

Eerst wat pencak silat is: een martial art, dus een geheel van vechtsport (of eigenlijk vechtkunst) met een morele dimensie. Dus normen en waarden om een goed leven te leiden, in dit geval leunen ze tegen het spirituele aan.

Via Indonesië is pencak silat naar Nederland gereisd, en hier zijn nog oudere leraren die les geven, elk in hun eigen stijl. Ze zijn tachtig, negentig jaar. De aanspreekvorm is Paatje, een mengvorm van liefde en respect. De Paatjes hebben scholen opgericht en privé-lessen gegeven, vaak trainen ze zelf nog. Zelfs Paatje Phefferkorn, die een flink eind in de negentig is, houdt zichzelf in conditie, rolstoel of niet.

Het was deze Paatje, die me iets vertelde over de spirituele kant van pencak silat, die er deel van is. Over voorzichtig zijn met krachten die je niet kunt begrijpen. Over dat ándere - en wie niet begrijpt, wat er dan bedoeld wordt, mag niet aan pencak silat beginnen maar kan beter op zwemles gaan.

Die erkenning van UNESCO gaat ervoor zorgen dat pencak silat meer in de aandacht komt. Ik hou er toch mijn hart een beetje door vast. Je weet niet of de commercie gaat toeslaan, en de pencak silat scholen op elke hoek van de straat gaan komen. Want ja, straks wordt het hip, dan wil iedereen meedoen en dus kan er geld verdiend worden.

Dat is het beroerde aan martial arts. Het is zo weinig beschermd. En gaat er iets mis door toedoen een beunhaas, dan lijdt het aanzien van alles en iedereen er meteen onder. We hebben enkele overkoepelende verenigingen pencak silat in Nederland, die krijgen het hopelijk druk met toezicht houden.

Zelf kan ik niks op het gebied van martial arts. Eens hebben drie zwartebanders karate mij willen leren hoe ik met de zijkant van mijn hand door een dun plankje kon slaan. Dat hele comité had duizelingwekkend veel vechtsportervaring, en ze waren dermate geduldig met mij, piepende juffrouw in mantelpak, dat ik vooral daarvan onder de indruk was.

Misschien heb ik door dit soort ervaringen een zwak gekregen voor juist dit soort vechtsporten. Dat doortastende met compassie en gevoel voor eer -  we hebben het hard nodig in Nederland. 

https://www.indischeschrijfschool.nl