Opstandige mensen

31 October 2019, 23:42 uur
Columns
mainImage

Vorige week sprak ik in Bronbeek over de Van Boetzelaerlaan, waar eens het tehuis voor zeebaboes was gevestigd. Mijn lezing was deel van de week voor koloniale geschiedenis en gelukkig waren er nog mensen die zich door dat woord niet laten wegschrikken. Ik vertelde over het grote mysterie. En toen kwam die ene vraag.

Dat mysterie betreft iets waar ik niet uit kom. Daarvoor moet ik eerst wat achtergrond vertellen, zodat u met mij kunt meedenken. In dat tehuis woonden dus zeebaboes, en ook djongossen. Voor de oorlog bood het tehuis tijdelijk onderdak aan waarschijnlijk honderden zeebaboes, die ergens moesten blijven. Ze reisden als kinderverzorgster tussen Indië en Nederland en de dienstreizen heen en weer sloten niet altijd even goed aan. Het tehuis bood ook arbeidsbemiddeling aan. Dit alles gebeurde onder het welwillend toezicht van een landelijk en een plaatselijk bestuur, en er waren verschillende commissies, u weet hoe dat gaat in een vereniging.  De bestuurders waren veelal mensen die, zoals een barones me vertelde, aan de zonzijde van de straat waren geboren en dus de plicht hadden iets voor anderen te doen.

Nou komt het.

In 1948 moest het tehuis op last van de overheid worden gesloten. In oktober van dat jaar gingen de deuren dicht. De bestuurders waren furieus, op een beschaafde manier. Zelfs de penningmeester Hennus was tegen het besluit. De Haagse voorzitter F. van Peski vermoedelijk eveneens. Later is het archief van de club overgedragen aan de Leidse universiteit waar ik het heb doorgespit. En wat is het mysterie? Alle administratie van het tehuis ontbreekt. Zoiets kan geen toeval zijn. "Waar is dat gebleven?" vroeg iemand uit het publiek. Mijn theorie is, dat een bestuurslid in 1948 de boel mee naar huis heeft genomen en op zolder heeft gezet. Op die zolder staat het dus, of op de zolder van een nazaat die altijd nog eens naar de oude spullen van pappie moet kijken. 

Wanneer een penningmeester zich kant tegen een regeringsbesluit om te bezuinigen, dan weet je met een opstandig mens van doen te hebben. Iemand die het eigen principe belangrijker vindt dan een besluit van een overheid. Die mens is niet zozeer rebels, maar eerder iemand die in rust en stilte een eigen besluit neemt. Ik geloof in de rechte rug van de penningmeester, en ik heb mijn hoop gevestigd op F. van Peski, om precies te zijn op hun zolders.

Maar waar zijn die?

 

https://www.indischeschrijfschool.nl