Onderwijs en  kwaliteit

7 November 2019, 10:10 uur
Columns
mainImage

Regie van de overheid: hoogst opgeleide mensen voor de klas ook in het MBO; kleine klassen en beloning naar opleiding.

Op woensdag 6 november, wordt gestaakt. Door mijn collega’s uit het voortgezet en het lager onderwijs.  Heeft u iets gehoord van het MBO? Ook raar toch: de grootste onderwijs gevende groep. Gisterochtend zijn speelgoedtrekkers voor het ministerie van Onderwijs gezet. Zou dat net zo’n indruk maken als de massale hoeveelheid trekkers die op het Malieveld stonden?

Staken. De kwaliteit van het onderwijs. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik daar op leeg kan lopen. Niet zo effectvol. Net zo min effectvol als staken. Net zo min effectvol als een eenmalige bijdrage van een half miljard; net zo min als een structurele bijdrage van 50.500 euro per jaar.

Hoe kan dat nou? Wel heel simpel: dat geld komt bij managers, bij bureaus bij bijzondere projecten terecht maar niet waar het hoort. Dat geld is de afgelopen jaren niet bij de docent, in de klas terecht gekomen. Lees alle inhoudelijke stukken die daar de afgelopen jaren over geschreven zijn. Gevolg: rijkdom op kantoor en armoede in de klas.

De afgelopen jaren zijn de klassen alleen maar groter geworden (bekostigingsprincipe) terwijl uit allerlei onderzoek blijkt dat voor echte aandacht een gemiddelde klassengrootte van 15 de max is. Wat gebeurt er dus bij particulieren scholen? Juist. Kleine klassen.

Het lerarentekort uit de jaren zestig is stevig aangepakt door de toenmalige regering. Er werden twee dingen tegelijk gedaan: het aanzien van het vak leraar werd vergroot omdat het specialisten werden en voor de mensen die het vak wilden uitoefenen werd de beloning zo ingericht dat als zij zichzelf steeds meer schoolden, ze ook steeds een hoger salaris kregen.

Dat principe is in de jaren tachtig losgelaten. En vanaf 2000 is de beer helemaal los, want nu kan iedereen voor de klas door de wet zijinstroom. De prikkel om je zo hoog mogelijk te scholen is geheel weg gehaald.

Natuurlijk zijn er ook andere ontwikkelingen. Maatschappelijk werd er niet tegen deze maatregelen geprotesteerd. In de publieke opinie  was (is?) een hardnekkig vooroordeel dat docenten eindeloos vakantie hebben, korte dagen maken, niet veel hoeven voor te breiden omdat het er toch om gaat dat je ‘ jouw leerlingen éen bladzijde voorblijft’. En de houding van veel docenten zelf hielp ook niet mee. Er kwam een verschuiving van ‘geleerde’ naar ‘manager/ coach’ voor de klas. Dat laatste was toch véel belangrijker. Coach betekent immers bureau en bureau betekent geld en status.

Talen leren, zaakvakken als aardrijkskunde en geschiedenis boeten zo al jaren aan aantrekkelijkheid in. Nu staan er jonge collega’s voor de klas die op de PABO niet meer verplicht veel kinderboeken hebben moeten lezen; Neerlandici die geen idee hebben wat Middeleeuwse literatuur is ja, zelfs Jan Wolkers niet gelezen hebben omdat ‘ze niet van lezen houden’.

Dus overheid: pak de regie. Pas het bekostigingssysteem aan en zorg voor kleine klassen. Zorg ervoor dat de  hoogst opgeleide docenten weer voor de klas komen door te belonen naar opleiding. ook in het MBO; kleine klassen en beloning naar opleiding.