Het verschil tussen een blonde en donkere zoon

28 February 2024, 08:20 uur
Columns
mainImage

Mijn twee zonen verschillen uiterlijk flink van elkaar. De oudste was als peuter een blond jochie met groene ogen. Gaandeweg werd hij donkerblond, maar nog steeds kan hij voor Viking doorgaan. Bij de jongste domineren de Indische genen van zijn moeder. Dat maakt dat hij met zijn ravenzwarte haar, licht getinte huid en steenkool-donkere ogen in Rome voor Italiaan wordt aangezien, in Madrid voor Spanjaard en in Kathmandu voor Nepalees. 

Zo’n exotisch uiterlijk kan voor een toerist z’n voordelen hebben. Je wordt in veel landen minder snel als wandelende geldbuidel gezien. Je betaalt geen toeristenprijs als je iets te eten koopt, je bent minder snel prooi voor zakkenrollers en ander geteisem. 

Thuis in Nederland heb je die voordelen niet. Integendeel. Hier wordt mijn jongste zoon al sinds zijn tienerjaren voor Marokkaan versleten. En dat betekent dat hem bij discotheken steevast de toegang werd geweigerd. Zelfs als hij in gezelschap van puur Hollands ogende schoolvrienden was. Het betekende ook dat hij bij ’t verlaten van kledingwinkels menig keer door de beveiliging werd gecheckt. Dat buschauffeurs ’s avonds met opgestoken vinger de halte voorbij reden (als er verder geen andere mensen stonden).

En - om de meest voorkomende  ergernis niet te vergeten - dat de politie hem voortdurend met zijn scooter staande hield om zijn papieren te controleren. Tja, stel je voor: een Marokkaan op een Vespa. Die zal wel gestolen zijn! Dit gebeurde zelfs zo vaak dat het één keer geschiedde dat hij een fuik inreed en één van de controlerende politiemannen zei: “Hij mag weer door, hem heb ik van de week al een keer gehad”.

Ook ’s avonds laat, wandelend op weg naar het ouderlijk huis in een keurige wijk, mocht hij ervaren hoe 't raampje van de stapvoets rijdende politiewagen naar beneden ging en hij werd aangeroepen met “Hé Mohammed, wat doe jij in deze buurt?”. Dan de ID-controle en de verbazing over zijn Nederlandse naam. Ons begrip voor de bijna permanente woede bij veel Marokkaanse jongeren is hierdoor wel toegenomen.

Vooroordelen

Politiewerk berust in belangrijke mate op stereotypen en op vooroordelen. Wat afwijkt van het gangbare, verdient nadere aandacht. Zo is een Surinamer met tennisrackets op de hoedenplank van zijn auto verdacht. Want, zoals de agent verklaarde tegen mijn collega wiens auto ’s nachts voor zijn deur bleek gestolen: “Heb jij ooit een neger op de tennisbaan gezien?” Tegenwoordig noemen we dat etnisch profileren en dat mag niet. Maar de praktijk is weerbarstig. 

Indachtig Johan Cruijff’s ‘Elk nadeel heb ze voordeel’ is het gevolg wel dat mijn donkerharige zoon met name in het verkeer een soort modelburger is geworden. Hij kan zich simpelweg niet veroorloven op een opgevoerde scooter te rijden, nog snel even dat stoplicht te pakken of geen richting aan te geven. Bij ’t minste geringste wordt hij immers bekeurd. 

Zoals onlangs toen hij bij het stoplicht even Google Maps raadpleegde om de weg te zoeken. Voordat hij wist hoe hij verder moest rijden, sprong het licht op groen en klonk achter hem reeds het nerveuze geronk van andere scooters die op wilden trekken. Met zijn mobiel in de hand geklemd tegen het stuur, reed hij de kruising over om daarna meteen de kant in te gaan en alsnog te kijken hoe hij verder moest. Maar daar moest hij nog even mee wachten.

Een politiewagen stopte naast hem. Twee oer-Hollandse agenten - hoofdagent V. en brigadier B. stapten uit. De brigadier hield een andere scooterrijder staande die zojuist door rood was gegaan, de hoofdagent sprak mijn zoon aan op het gebruik van z’n telefoon onder het rijden. Dat laatste bestreed mijn zoon, maar elke uitleg was tegen dovemansoren gericht. Terwijl de roodlicht-overtreder louter een vermaning kreeg, werd mijn zoon (die dus niet belde of navigeerde) onbarmhartig getrakteerd op een bekeuring van €260 plus administratiekosten. Hij voelde zich weer helemaal ‘de Marokkaan’.

Standje

Voor mijn donkerblonde zoon ziet de wereld er heel anders uit. Gesnapt bij fietsen door rood, volgt een standje. Rijden op een opgevoerde scooter bezorgde hem wel een bekeuring, maar de door een collega voorgestelde WOK (verplichte herkeuring) werd door de verbalisant nooit in ’t systeem ingevoerd. Ach, zo zijn er nog tal van voorbeelden. Niet alleen bij confrontaties met de politie, ook in andere situaties. Wanneer mijn donkerblonde zoon in een discotheek een ruzie tussen anderen probeerde te sussen, kreeg hij meteen bijval van de portiers. Als mijn donkerharige zoon zoiets deed, werd hij meteen in zijn nekvel gegrepen en als vermeende onruststoker de tent uitgegooid.

Na tien jaar IT-werk in Italië, Spanje, Azië en Finland, keerde mijn donkere zoon begin 2022 weer terug in het tolerante Nederland. Hij was de ‘Marokkaan-behandeling’ uit zijn tienerjaren alhier aanvankelijk vergeten. Discotheek-bezoek is hij ontgroeid en op de scooter werkt de helmplicht in zijn voordeel. Maar sinds die bekeuring voor ’t mobieltje in de hand, weet hij zich weer helemaal thuis.