Gedeelde smart is halve smart

19 August 2022, 11:05 uur
Columns
mainImage

Als je niet met de kinderwagen een omweg hebt moeten nemen. Of brommend in een slalom naar huis bent gelopen. Dan struikel je er wel over op sociale media. Foutgeparkeerde deelscooters en -fietsen. En wil je zo’n foutparkeerder even netjes aan de kant te zetten, dan gaat het alarm af. Denkt de hele buurt dat je dat ding aan het stelen bent. Of hem in de sloot wilt gooien.

Het verkeer wordt dankzij de deeleconomie een stuk duurzamer. We hebben straks helemaal geen eigen fiets, scooter of auto meer nodig. De wens is de vader van de gedachte. We zoeken ons nog steeds een ongeluk naar een parkeerplek. Die zijn er vooruitlopend op de komst van de deelauto al steeds minder. Deelscooters en -fietsen zien we wel steeds meer. Maar die concurreren vooral met het toch al noodlijdende openbaar vervoer. En met de benenwagen.

Vervoer delen een succes maken? Dat lukt volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid alleen door naast deelmobiliteit te stimuleren ook in te zetten op de reductie van auto’s. In gewoon Nederlands, automobilisten pesten. Parkeertarieven omhoog, auto’s weren uit de straten en vrij baan voor deelvoertuigen. Op elke stoep een strooiscooter. Facebook zal ontploffen.

Onnodig, want het kan ook netjes. Neem de OV-fiets. Ongeveer 50% van de gebruikers reist dankzij de OV-fiets vaker met de trein. En deze vorm van deelmobiliteit veroorzaakt geen overlast. Hoe dat kan? Door de vaste stallingsplaatsen op stations bijvoorbeeld. Zo gaat dat ook met deelfietsen in Parijs en Brussel. Je kan je deelfiets ophalen bij een fietsstation en je betaalt tot je hem weer in zo’n station terug hebt gezet.

Hoe anders is dat met de deelscooters en -fietsen in Rijswijk. Die worden met goedkeuring van de gemeente in de openbare ruimte gedumpt en je zoekt het verder maar uit via de app. Foutparkeerders kunnen een boete krijgen, maar dat schrikt nog niet echt af. En de duurzaamheid? Dan moet je wel de CO2-uitstoot van de productie en het transport uit China kunnen compenseren. Daar gaan ze veel te kort voor mee.