Column Yvonne Hagenaars: Het poppetje of het programma …stem op mij stem op mij.

6 March 2018, 00:00 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

‘Stemmen?’ ík stem gewoon op het eerste lekkere ding dat ik zie’, dat vertelde een man aan mij toen ik vroeg hoe hij zijn keuze maakte bij de gemeenteraadsverkiezingen 2014. Ik durfde hem niet te vragen of ik tot zijn categorie hoorde. Maar als ik er wel bij zou horen, dan was ik natuurlijk blij geweest met die stem. Maar moet je op je uiterlijk verkozen willen worden?
U kent vast wel het verhaal dat in de jaren zestig John Kennedy nooit president zou zijn geworden als hij het zonder TV had moeten doen. Hij had dat lekkere bekkie en hij kon het mooi zeggen. Maar niet op de radio want zo fijn was zijn stem niet. Kennedy deed het heel goed op de TV. En vanaf dat moment zou er in elke politieke campagne en bij elke politieke partij steeds meer rekening gehouden worden met en gestuurd worden op ‘hoe komt het over’. Het plaatje, de commercial, de spindokter, de one-minute speech, de one-liner, kortom de wereld uitgelegd in 30 seconden. Maximaal.

Sinds de sociale media als Twitter, Facebook en Instagram erbij zijn gekomen kan iedereen zichzelf promoten - en anderen afbranden. Iedereen kan over van alles berichten in smakelijke filmpjes. En op een eenvoudige computer of laptop kan iedereen van alles ‘nep’ maken en faken. En zoals iemand op TV net zei in het programma #NieuwsofNonsens: als alles nep kan worden gemaakt, is niks meer echt.

Ik klaag niet maar we zijn doorgeslagen; de geest gaat echter niet terug in de fles. Een grote opdracht voor het onderwijs om zaken als algemene ontwikkeling, kritisch denken, pas iets zeggen als je ergens verstand van hebt weer als vaste waarden te gaan leren zien.

En politici: aan de bak om inhoud te laten winnen. Aan de bak om te zoeken naar wegen om programmapunten en idealen onder de aandacht te brengen bij de kiezers. Laat je niet ontmoedigen door de ontlezing, of door de ogenschijnlijk korte spanningsbogen en het wantrouwen dat in het publieke debat hoogtij lijkt te vieren.

Een beetje geschiedenis in dit stukje om te vertellen dat ik vind dat het in het leven (en dus in de politiek) om inhoud gaat. Een beetje tegendraads, is dat tegenwoordig. Volgens mij breng je een stem uit op een beginsel, een ideaal of een overtuiging. En de geloofwaardigheid van dit alles staat of valt bij het waarmaken van de verwachtingen. Dat maakt het leven en de politiek uitdagend en vaak ook moeilijk. Dat is soms lastig te begrijpen. Maar om je dan te laten leiden door het eerste het beste lekkere bekkie? De buitenkant in plaats van de inhoud?
Ik geloof er niet in. Of moet ik zeggen ‘ik wil er niet in geloven’? Maar gauw de stemwijzer doen…

Yvonne Hagenaars