Bien sûr*: Frans in het basisonderwijs

13 June 2019, 09:04 uur
Columns
mainImage

Avond. Het geluid van het vrouwenvoetbal op de achtergrond.

Ik schrijf de laatste rapportjes voor de leerlingen die Frans van mij krijgen op…een basisschool. Het is een school waar geen cijfers gegeven worden dus is het zaak dat er stukjes tekst gemaakt worden waar leerlingen en ouders iets aan hebben. Jan: Ik verheug me op het tweede jaar Frans met je! Volgens mij overzie je nu goed wat je moet doen en ben je niet meer aan het stressen als je huiswerk hebt. Jij bent vooruit gegaan en dat is superknap want we gaan snel en doen veel. Als ik toch allemaal zulke leerlingen als jij bent, zou hebben…Super génial. Et je suis très fière de toi. A l’an prochaine.

Inzet: 0000x

Uitvoering: 0000x

En ik denk aan de discussie die zich een paar weken geleden op FaceBook ontrolde. Er werd in felle taal en met vreselijk veel taalfouten gescholden en gemopperd over dat vreselijke onderwijs dat de arme kindjes ook nog Frans op … een basisschool wil aan doen. ‘Mogen ze niet gewoon spelen?’ Zo’n strekking.

Hoe beperkt zijn toch dat soort pamperouders. En maar ‘ahh, mijn arme prinsje…ach mijn arme prinsesje.’ Zulke ouders verhinderen dat dit soort koninklijke tiepjes leren van fouten, gebruik maken van hun talenten op de leeftijd dat ze daar nog de meest onaangeboorde van hebben.

Die arme leerlingen van de basisschool die Frans hebben en waar ik later van hoor zeggen onveranderlijk hoe leuk dat was.  En volgens mij is dat omdat leren leuk is als je elf of twaalf bent. Bijvoorbeeld omdat er bij alles wat je leren moet, er een moment komt dat je het even niet meer weet. En dat dan het moment dat je het wél weet, een moment van groot geluk is. Omdat ze bij Frans wel cijfers krijgen en ze in hun Montessoricarrière dat niet gewend zijn, is dat ook een (leer-)ervaring. Dan wordt er wat afgehuild, getroost en weer gewerkt. Alles mag immers over. Die leerlingen Frans hebben leren falen en opstaan, ze hebben gevoel gekregen voor een vreemde taal en bovenal ze hebben plezier.

Leren volhouden, blij zijn om dat je iets kan wat ooit misschien onmogelijk leek. Het lijkt wel een professioneel wereldkampioenschap voor vrouwen. Wat hebben die meiden moeten volhouden! En wat zijn ze daar goed van geworden.

 

Yvonne Hagenaars