A taste of Martini

20 September 2023, 11:56 uur
Columns
mainImage

Ineens droom ik van Constant Martini; de voormalig PvdA-wethouder die na zijn pensionering en zoveelste scheiding is teruggekeerd in de politiek. Niet bij zijn oude partij maar bij Hart voor Den Haag en - zoals binnen die club meer voorkomt - nu wordt beschuldigd van criminele zaken. Coöperatieve Vereniging De Volharding stelt - na onderzoek door een gerenomeerd particulier recherchebureau en met steun van advocatenkantoor Wladimiroff - dat mr. Martini als voorzitter van die club een aanzienlijk geldbedrag voor eigen gewin heeft aangewend.

Ik ben niet blij met deze droom. Veel liever wil ik in mijn onderbewustzijn gezelschap van Hélène Hendriks, Carry ten Napel of Chantal Janzen. Maar ja, je hebt ’t in je slaap niet voor het zeggen. Dus sjok ik naast Martini over het Malieveld, waar inmiddels de tenten van de Pasar Malam - zo noemen wij thuis de Tong Tong Fair nog altijd - zijn afgebroken. 

“Die lui van de Tong Tong bluffen dat ze weggaan uit Den Haag”, schampert Martini. “Ja net als North Sea Jazz destijds”, reageer ik snedig. Hij weer: “Waarom moeten ze persé in mei hier met hun kipsaté staan? Dan zijn er ook allerlei popevenementen die het Malieveld willen. Dat brengt veel meer geld op. Wat is er mis met september? Het zijn een stelletje zeurpieten. Als ze zo doorgaan, moeten we als gemeente maar eens heel kritisch naar de subsidie kijken”.

Ik herken meteen weer de machtspoliticus van weleer; iemand die op belangrijke posities ook altijd partijgenoten wilde benoemen: ‘A taste of Martini’. Maar ik blijf vriendelijk. “Ach Constant, Den Haag wordt niet voor niets De Weduwe van Indië genoemd. En de Pasar wordt al meer dan een halve eeuw in mei gehouden, dan mag je van een zekere traditie spreken. Maar wat jou als oud-wethouder economische zaken toch moet aanspreken, is dat mensen in mei hun vakantiegeld krijgen. Dan hebben ze dus meer te besteden. In september is dat geld al lang weer op.” 

Rotterdam

Martini staart richting Koekamp en zegt dan: “North Sea Jazz hebben we inderdaad op stompzinnige wijze uit onze handen laten glippen. Maar dat kwam door Louise Engering, domme VVD-doos die het hard dacht te kunnen spelen. Daar is Rotterdam met Ahoy handig op ingesprongen.” Maar dan komt hij met een nieuw argument. “Zou het erg zijn als die Pasar uit Den Haag vertrekt? Een goede vriend van mij zegt dat al die Indische mensen stokoud zijn, al bijna dood. Dus heeft dat Pasar-gedoe nog wel toekomst? Waar maken we ons druk over?” 

Ik weet precies op wie hij doelt. Ik heb die onzin veertig jaar geleden al gehoord. “Jij gaat met de verkeerde vrienden om Constant”, reageer ik. “Zowel privé als in de politiek”. Meteen betreur ik die laatste  opmerking, want Martini’s boezemvriend - partijgenoot Gerard van Otterloo - was een leuke vent, die nog niet zo lang geleden overleed.

Martini verstijft. “Nou jij bent zeker niet mijn vriend. Wat doe ik eigenlijk in jouw droom?” Hij heeft gelijk. Het is raar dat we hier samen rondlopen. Constant en ik hebben een turbulente geschiedenis samen. Ergens tweede helft jaren zeventig, beschreef ik in de Haagsche Courant hoe de PvdA’er zijn ex Christie na de scheiding probeerde te ontslaan als directeur bij jongerencentrum ’t Balkengat, waar hijzelf in het bestuur zat. Dat mag je wel rancuneus noemen. Gemeenteraadslid Martini was not amused dat de HC-lezers hier dankzij mij kennis van kregen.

Sterker, hij was zó boos dat hij tien jaar later nog probeerde te verhinderen dat ik als kunst-journalist mee zou reizen met een gemeentelijk tripje naar Japan. Dat lukte niet, omdat het een culturele missie rondom Mondriaan betrof en Martini met zijn economische delegatie slechts als bijwagen meereisde.

Business class

Pas tijdens de tussenlanding op Alaska zagen we elkaar, want de linkse wethouder en zijn toenmalige vrouw Marijke vlogen business class, terwijl de journalist in de economy zat. Ik sprak Martini aan en stelde voor om gedurende deze reis professioneel met elkaar om te gaan. Dat pikte de politicus pragmatisch op. We waren nog geen uur in Tokio of hij belde op en wat volgde was een uitnodiging de volgende dag samen een excursie naar de berg Fuji te maken. En waarachtig, het werd nog heel gezellig ook. Ook in de jaren daarna bleef de relatie goed. Bij zijn volgende huwelijk met Jeanine, kreeg ik zelfs een uitnodiging het feest bij te wonen. 

Toch hield ik altijd ’t gevoel dat ik bij hem op mijn tellen moest passen. Martini begon ineens een eigen krant, de Oud-Hagenaar. Volgens zijn zeggen gericht op oud-Hagenaars in Zoetermeer, dus geen concurrent voor mijn Den Haag Centraal. Dat pakte heel anders uit. In de Oud-Hagenaar (later Haagsche Tijden) stonden opmerkelijk veel advertenties van instellingen waar de oud-politicus zelf wat in de melk te brokkelen had. En van een gemeenschappelijke vriend hoorde ik dat Martini er najaar 2012 op had geloerd ’t failliete Den Haag Centraal over te nemen. Toen dat niet lukte, besprak hij na de doorstart met de directeur een fusie en een (weinig socialistisch) verdienmodel, waarbij vrijwel geen personeel in vaste dienst zou zijn. Zo werkte hij ook bij de Oud-Hagenaar, waar de hoofdredacteur op factuurbasis een fooi verdiende.

Aangifte

“Zeg eens eerlijk Constant”, terwijl we verder op het Malieveld benen, “wat heb je bij De Volharding uitgevreten dat ze aangifte tegen je hebben gedaan en je nu publiekelijk aan de schandpaal nagelen?” Hij blijft beheerst, maar ik zie hem koken. Ik ga door: “De Volharding blijft vaag over die vermeende zelfverrijking. Jij bent te slim om simpelweg een greep in de kas te hebben gedaan. Heb je soms voor kapitalen aan advertenties in de Oud-Hagenaar gezet en dat geld vervolgens zelf als uitgever opgestreken?” Ik ben op dreef en pak door: “Waarom heb je je hoofdredacteur er ineens uitgegooid? Wilde hij soms zijn deel? En waarom heb je die krant ineens doorverkocht?”

Martini schiet uit zijn zelfbeheersing en briest: “Smaad en laster, allemaal smaad en laster, ingegeven door wraakzuchtige oud-collega’s. Jij moet ook uitkijken met wat je allemaal aan het dromen bent”. Hij heeft gelijk. Martini is jurist, stond een halve eeuw geleden zelfs aan de wieg van de Haagse Wetswinkel, dus ik moet op mijn tellen passen. 

Maar terwijl wij de poffertjeskraam op het Malieveld naderen - de kans dat we hier nog gezellig gaan zitten, lijkt me nihil - kan ik niet nalaten een grapje te maken: “Als Richard de Mos en Rachid Guernaoui in hoger beroep alsnog worden veroordeeld, hebben jullie het straks wel gezellig met elkaar in de bajes”.  

Constant kijkt me verbijsterd aan, wil duidelijk iets hatelijks roepen, maar herstelt zich en sneert: “Om te klaverjassen heb je vier spelers nodig!” Ja, humor kan ik Martini niet ontzeggen. Juist wil ik grootmoedig ‘Touché’ roepen, maar dan schiet me ineens te binnen dat collega-raadslid Gideon van Meijeren van Forum ook een straf boven het hoofd hangt. 

Voor ik ad rem uit de hoek kan komen dat ik een vierde kaartpartner weet, schrik ik wakker. Mijn vrouw legt haar hand op mijn hoofd en bromt: “Je bent helemaal bezweet. Heb je soms weer van Hélène Hendriks gedroomd?”