De waarheid achter die anderhalve meter

13 April 2020, 01:34 uur
Algemeen
mainImage
Erasmus MC
Greet Vos, arts-microbioloog Erasmus MC

door Jan D. Swart

Greet Vos is arts-microbioloog en verantwoordelijk voor de infectiepreventie in het Erasmus MC in Rotterdam. Ze was een van de eersten die zelf besmet raakte door het virus, maar is inmiddels weer gezond en aan het werk.

In de podcastserie In Opname spraken Mark de Bruijn en Jelle Visser deze week met haar waarbij onder meer die anderhalve meter sociale afstand een duidelijke verklaring kreeg. 

‘’De grootste kans om het virus over te dragen’’, zei Vos, ‘’is met druppels. Die druppels komen uit een mond bij hoesten en niezen. Zo’n druppel is relatief zwaar en blijft met de virusdeeltjes in de lucht, maar valt wel binnen anderhalve meter naar beneden. En op de grond droogt die uit.’’

‘’Dat hebben we niet hoeven testen’’, vertelde ze. ‘’Dat weten we namelijk al heel lang. Vroeger moesten de bedden op meerpersoonskamers namelijk ook anderhalve meter uit elkaar staan. Gewoon om te voorkomen dat die druppel van de een op de ander kon worden overgedragen en een besmetting zou kunnen veroorzaken. Dus: als we die anderhalve meter nu aanhouden ben je beschermd.’’

‘’En ja’’’, voegde ze eraan toe als voorbeeld wanneer iemand zich niet aan die voorschriften houdt, ‘’dan kan je besmet raken als je niet tijdig je handen wast, en daarna met je handen aan je neus zit of aan je mond, en je kan ook een tafel besmetten. Als iemand anders daarna die tafel aanraakt is dat óók een besmettingsroute. Dat heet dan contact-transmissie. Van druppel naar contact. Dat is een kleinere rol. Maar wel een rol.’’

Hoe lang zo'n tafel dan besmet blijkt, kwam niet aan de orde. Maar uit eerdere publicaties bleek dat dit maximaal drie dagen zou kunnen zijn. Professor dr. Diederik Gommers had het in een uitzending bij Jinek over zegge en schrijve één dag. 

En ook Greet Vos is trouwens geen voorstander van het dragen van kapjes en legde uit waarom ze dat in ziekenhuizen dat dan wel doen. ‘’Omdat’’, zei ze, ‘’bij de beademing van coronapatiënten bepaalde handelingen moeten worden verricht waardoor er in een aerozone druppelkernen vrij komen, die zó klein zijn dat ze door de lucht trillen en verder dan die anderhalve meter op de grond terecht kunnen komen.’’